afd. 27 septeraber 1979 99
niet de door gedeputeerde staten bij de onthouding van goedkeuring aan
bedoelde bepalingen van de planvoorschriften gebezigde argumenten en
zien wij geen aanleiding tot het instellen van beroep.
Anders ligt dit met betrekking tot het onthouden van de goëdkeuring aan
de onder 4 genoemde plandelen, waaromtrent wij het volgende'opmerken.
In het oorspronkel ijke ontwerp-bestemmingsplan, zoals dit met ingangvan
24 oktober 1977 ter inzage heeft gelegen, waren de betreffende gronden
bestemd voor "agrarische doeleinden" (het gedeelte met de bestaande be-
drijfsbebouwingen "agrarisch gebied met grote landschappelijke waarde"
(het ten zuiden en ten westen van de bedrijfsbebouwing gelegen terreinge-
deelte). Met deze laatste bestemming wordt, zoals ook uit de toelichting
blijkt, beoogd het instandhouden van de huidige open relatie tussen de
landgoederen Groenendaal en Leiduin, waaraan een zeer grote landschappe-
lijke waarde kan worden toegekend. Om het open gebied zo min mogelijk aan
te tasten, zijn de uitbreidingsmogelijkheden (kassenbestand en andere be-
drijfsgebouwen) ten behoeve van de agrarische bedrijven langs de Herenweg
in het bestemmingsplan geconcentreerd in de nabijheid van de bestaande be
drijfsgebouwen. De goothoogte voor bedrijfsgebouwen is vastgesteld op
6.00 m, met een vrijstelling tot verhogen tot maximaal 9.00 m.
Tegen het ontwerp-bestemmingsplan is o.m. bezwaar ingediend door N.J.
Roozen b.v., welk bedrijf eigenaar is van genoemd perceelIn verband met
de noodzakelijke beëindiging van het bedrijf en het gebrek aan belangstel
ling vcor overname daarvan in de bloembollenbranche werd in het bezwaar-
schrift wijziging van de bestemming in Handel en Nijverheid gevraagd.
Bij de vaststel1ing van het bestemmingsplan werd door uw raad aan de gron
den de bestemming "Bedrijven, subbestemmiiig ambachtel ijke bedrijven" gege
ven.
In hun overwegingen halen gedeputeerde staten aan:
- dat het onderhavige plangebied in het streekplan voor Zuid-Kennemerland
is aangewezen voor beperkt agrarisch bedrijf;
- dat blijkens ae toelichting op het bestemmingsplan aan de nog aanwezige
open relatie tussende Herenweg en het landgoed Leiduin een grote land-
schappelijke waarde wordt toegekend;
- dat de totstandkoming ter plaatse van een groothandelsbedrijf een door-
kruising zou betekenen van zowel het streekplan als de doelstellingen
welke kennelijk aan het onderhavige plan ten grondslag liggen.
-2-