277
27 september 1979
verd behoren te krijgen. Daarvoor heeft zij drie overwegingen, waarvan
er twee van principiëie aard zijn en éên als een min of meer opportunis-
tische overweging kan worden aangemerkt.
De eerste overweging is een overweging die ook bij een minderheid van het
college heeft gespeeld namelijk, dat door de ievering van water voorzien
wordt in een aliereerste levensbehoefte en dat de gemeentelijke overheid
heeft te waken over de volksgezondheid en die volksgezondheid is in het
geding als er burgers zijn die de levering van drinkwater wordt onthouden.
Hieraan wil spreker de tweede overweging van principiële aard koppelen.
De gemeente Heemstede is voor haar ingezetenen de enige leverancier van
drinkwater. Het innemen van zo'n monopoliepositie houdt ook macht in.
Macht moet men als overheid soms gebruiken, maar kan ook worden misbruikt.
De gemeente Heemstede, als monopoliehouder van de watervoorziening zal
zich daarom wel tien maal moeten bedenken voordat besloten wordt iemand
geen water te leveren en in het verleden is dat ook wel zo geweest. Spreker
hoeft maar te wijzen op het feit dat het pand op de hoek van de Zandvoortse
laan en de Leidsevaartweg enige tijd geleden gekraakt is en dat de bewoners
ook de huidige bewoners, wel water geleverd krijgen. Dan kan de vraag ge-
steld worden waarom wel water geleverd wordt aan de bewoners van het pand
op de hoek Zandvoortselaan/Leidsevaartv;egdus wel meewerken in de bewoor-
dingen van de meerderheid van het college, aan een kraakaktie als het een
pand betreft dat niet in eigendom van de gemeente is en niet meewerken als
het een pand betreft dat wel eigendom is van de gemeente. Door zo'n opstel-
ling wordt overduidelijk dat - en nu praat hij over een meerderheid van het
college - het college op een niet te accepteren wijze haar roldie het be-
hoort te spelen als eigenaar van het waterbedrijfverwart met haar duide-
lijk andere rolals eigenaar van Meerzicht. Bovendien kan toch niet gezegd
worden dat door het leveren van drinkwater, een recht voor alle burgers,
echt medewerking wordt verleend. Eerder moet worden gesteld dat door het
leveren van drinkwater aan de bewoners van Meerzicht te onthouden de bewo-
ners worden tegengewerkt en het hen onmogelijk wordt gemaakt om daar teblij
ven wonen. Als het gemeentebestuur bewoning echt onmogelijk zou willen ma-
ken - niet dat zijn fraktie dat voorstaat - dan behoren daarvoor de rechts-
middelen gehanteerd te worden waar de gemeente als eigenaar van het pand
over kan beschikken en behoort het geen misbruik te maken van zijn monopo-
lide machtspositie van waterleverancier.
De derde overweging heeft spreker meer opportunistisch van aard genoemd om-
dat hier het gemeentelijk belang in het geding is, namelijk, Meerzicht heeft
de afgelopen jaren aan veel vernielingen blootgestaan door de lange periode
dat het al leegstaat, zelfs een alarminstallatie heeft daar niet veel aan
kunnen doen. Het moet duidelijk zijn dat de huidige bewoners kunnen zorgen
voor de meest doeltreffende en ook de rneest goedkope bewaking van het pand
en dat moet men toch eigenlijk ook niet vergeten.
Nu duidelijk is dat de meerderheid van het college heeft besloten geen wa-
ter te leveren aan de bewoners van Meerzicht, wil zijn fraktie een motie
indienen, waarin de raad het college van burgemeester en wethouders ver-
zoekt over te gaan tot levering van drinkwater aan de bewoners van Meer-
zicht.
De voorzitter deelt mede dat de motie luidt als volgt: "De raad der
gemeente Heemstede; in vergadering bijeen op 27 september 1979; gehoord de
beraadslagingen omtrent het wel of niet leveren van drinkwater aan de be-
woners van "Meerzicht"; verzoekt het college van burgemeester en wethouders
om over te gaan tot levering van drinkwater aan voornoemde bewoners". De
motie is ondertekend door de leden van de P.H.-fraktie.
De heer Van Emmerik zegt dat er al twee namen van leden van zijn fraktie