273
27 september 1979
verstandig is nu geen beroep in te stellen, omdat dan de kans dat men in
de toekomst ooit nog eens op dat terrein wel volkstuinen zou kunnen reali-
seren zeer gering is.
Die twee punten afwegende heeft haar fraktie doen besluiten om ervoor te
zijn in dit gevai beroep tegen de besiissing van gedeputeerde staten in
te stellen, vooral ook omdat die volkstuinen haar aan het hart gaan. Zij
hoopt dat de gemeente in staat zal blijken daar op enigeriei wijze zoveel
invloed op uit te oefenen dat er botaalbare volkstuinen komen.
Wethouder Willemse antwoordt dat inderdaad bij het commissie-beraad
ëên lid zijn stem heeft voorbehouden, zodat de commissie niet unaniem was
in haar advies. Wat betreft het vrij uitzicht gaat het hier om een gevoelig
stukje grond; bij het vaststellen van bepalingen waarbij die gfond eventu-
eel als volkstuinen gebruikt zal worden zal men dan ook voorzichtig moeten
zijn, opdat dat doorzicht zoveel mogelijk behouden blijft. Dat is ook mede
de achtergrond dat het college voorstelt geen beroep in te stelien tegen
de onthouding van goedkeuring aan de 75% bouwvolume, dat er in eerste in-
stantie nog bijzat.
Het gebrek aan volkstuinen - en een nog groter toekomstig gebrek - heeft
het college ertoe gebracht om toch voor te stellen beroep aan te tekenen,
hoewel spreker met mevrouw Noorman van mening is dat het vaste voornemen
dat er lag iets losser is komen te liggen, nu de oorspronkelijke gegadigde
voor dit gebouwencomplex, doordat deze een Kroonprocedure niet kan afwach-
ten, andere mogelijkheden moet onderzoeken.
Aan de andere kant meent spreker dat thans toch op die grond die bestem-
ming gelegd moet worden omdat men anders in de toekomst misschien geen kans
meer krijgt. De gemeente is er zelf bij als een andere gegadigde zich te
zijner tijd meldt, als wellicht het bestemmingsplan wel zou worden goedge-
keurd en dan zal die grond in de besprekingen natuurlijk weer met bestem-
ming volkstuinen worden opgenomen.
Het ontwerp-besiuit wordt zonder hoofdelijke stemming vastgesteldzulks
met inachtneming van de voorgestelde wijziging.
IX. Aanvullend krediet afbraak voormalige St.Jozefschool(voignr. 100)
De heer Albrecht merkt op dat het zijn fraktie nog steeds verbaast dat
het herstel van beJoeld woonhuis niet te begroten was. Natuurlijk kunnen
zich onvoorziene omstandigheden voordoen waarvoor een bedrag opgenomen had
moeten zijn. Daarnaast had bij het opstellen van de begroting de welstands-
commissie voortijdig geraadpleegd kunnen v/orden om te vernemen of éën en
ander tot extra kosten zou kunnen leiden. Nu een aanvullend krediet ge-
vraagd wordt wil zijn fraktie, alvorens haar goedkeuring te geven, gaarne
vernemen of het college onderzocht heeft of aanvuliende plannen om het
terrein met bijvoorbeeld een gezinsvervangend tehuis te bebouwen, door de
specifieke goot- en daklijn en een raam in de gevel wel gerealiseerd zou
kunnen worden. Voorts of het college akkoord gaat met het overschrijden
van de rooilijn door de dakpartij en of door het toestaan van een raam in
de pui niet een aanzieniijke verkleining van het bouwterrein optreedt,
daar door de aanwezigheid van dit raam grotere uitkijk geëist zou kunnen
worden met meergenoemd gevolg.
Wethouder Baar zou de stelling van de heer Albrecht dat de kosten van
deze sloop en alles wat daarmee verband houdt te begroten waren niet graag
overnemen. Er was in ajle redelijkheid niet te voorzien wat er achter deze
sloop vandaan zou komen. Ais men zou kunnen beschikken over moderne teke-
ningen dan zou dat misschien een betere mogelijkheid geweest zijn, maar