2e afd. 25 oktober 1979 118 a. 4. Voor de toepassinq van dit artikel wordt een uitkerinn krachtens de Alqemene Arbeidsongeschiktheidswet (Stb.1975, 674) aangemerkt als inkomsten in verband met arbeid. 5. Indien in het bedraq der inkomsten, zoals bedoeld in de vooraf- qaande leden, is of kan worden qeacht te zijn begrepen een vergoe- ding terzake van de premie Algemene Ouderdomswet en Algemene Weduwen- en Wezenwet, blijft deze vergoeding voor de toepassing van dit arti- kel buiten beschouwing. 6. Indien de toepassing van dit artikel tot onredelijke resultaten leidt kunnen burgemeester en wethouders ten gunste van belanghebbende van het in dit artikel bepaalde afwijken. Artikel 6. 1.a.De belanghebbende is verplicht van het ter hand nemen van enige ar- beid of bedrijf terstond mededelinq te doen aan burgemeester en wethouders onder opgave, voorzover moaelijk, van de inkomsten, die hij uit die werkzaamheden zal genieten.Indien het niet mogelijk. is deze inkomsten vooraf od te geven, doet belanghebbende tijdig voor het verschijnen van elke uitkeringstermijn opgave van inkomsten, die hij sedert de aanvang van de werkzaamhedenof sedert de vorige opgave heeft genoten. b.Burgemeester en wethouders kunnen nadere voorschriften aeven aan- gaande het doen van mededelinqen door de bel anghebbende met betrek- king tot de inkomsten uit of in verband met arbeid of bedrijf. 2.a.Indien de aard van de werkzaamheden of van de inkomsten medebrengt, dat de inkomsten over een langere termijn moeten worden berekend, geschiedt de oogave dienovereenkomstig en wordt op de uitkering een vermindering toegepast van een voorlopig vastgesteld bedrag on- der voorbehoud van verrekening aan het einde van de evenbedoelde termijn. b.Deze verrekening vindt plaats met toepassing van artikel 5, metdien verstande, dat de onder a. van dit lid genoemde langere termijn ge- hanteerd wordt. 3. Het in de voorafgaande leden bepaalde vindt overeenkomstiq toepassing ten aanzien van de arbeid of het bedrijf en de inkomsten daaruit.be- doeld in artikel 5, derde en vierde lid. 4. De belanghebbende aan wie een uitkering is toegekend, wordt door het aanvaarden van de uitkerinq geacht er in toe te stemmen, dat allen, die daarvoor naar het oordeel van burgemeester en wethouders in aan- merking komen, omtrent zijn omstandigheden alle inlichtingen geven, die voor de uitvoering van deze verordening noodzakelijk zijn. Artikel 7. Indien op een belanghebbende artikel N 9, derde lid, van de Algemene burgerlijke pensioenwet niet van toepassing is, wordt het bedrag van de uitkering, eventueel na toepassinq van artikel 5 of artikel 6, op over- eenkomstige wijze verhoogd met een compensatie voor de premie die inge- volge de Älgemene Ouderdomswet en de Algemene Weduwen- en Wezenwet van hem wordt geheven, als zou zijn geschied, indien de belanghebbende in - 5 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1979 | | pagina 69