368
aan het voorlopig wijkconité medegedeeld dat het niet verantwoord is het
grasveld bij de Amstellaan in gebruik te geven als speelveld. Dit veld
iigt veel te dicht bij de openbare weg, zodat herhaaldel ijk ballen op de
rijbaan terecht zouden konen met alle risico's van dien.
Het voorlopig wijkcomité komt op het verzoek terug en dringt nognaalsaan
op het realiseren van een beveiligd trapveld.
Bedoeld veldje is op een zeer ongunstige plaats gelegen. On het enigszins
te beveiligen, zouden een voliedige afrastering en de plaatsing van ballen-
vangers nodig zijn. Om esthetische redenen is dit evenwel niet aanvaardbaar
Voorgesteld wordt het ingenonen standpunt te handhaven.
Mevrouw Noorman kan zich vinden in het standpunt van het college inzake
de beantwoording van de brief. Zij wijst erop dat als men gereed is met de
inventarisatie van de speelterreinen en daar konklusies uit getrokken wcr-
den, er misschien toch nog een mogelijkheid bestaat dat de speelterreinen
in de Rivierenbuurt opnieuw bekeken worden en dat dit veld van dat opnieuw
bekijken deel zou kunnen uitmaken.
Wethouder Baar antwoordt dat uit die inventarisatie ongetwijfeld konklu-
sies worden getrokken en dat bij die gelegenheid alle wensen en behoeften
die de laatste tijd met betrekking tot speelgelegenheden zijn geëtaleerd,
meegewogen zullen worden.
Zonder hoofdelijke stenning wordt overeenkomstig het voorstel van het
college besloten.
18. Vragen van de heren H. Arnoldy en ir. J.A.J. Huijbregts inzake verhuur
pand Binnenweg 177 aan Vereniging Soiidariteitswinkel Heemstede i.o.,
met beantwoording door burgemeester en wethouders.
Burgemeester en wethouders stellen voor dit stuk voor kennisgeving aan
te nemen.
De heer Huijbregts vindt dat de antwoorden zodanig zijn dat ze nogal wat
vragen oproepen, zozeer zelfs dat men zich mag afvragen cf de diverse ant-
woorden wel met elkaar in verband zijn gebracht. Zo deelt het college de
mening van sprekers fraktie dat het voor de herinrichting van de Binnenweg
noodzakelijk is het parkeerterrein aan de Blekersvaart te realiseren, maar
bij het antwoord op vraag 2 stelt het de aanleg afhankelijk van de reali-
satie van het bestemmingsplan Burgeneester van Lennepweg-Blekersvaartweg.
Deze redenering kornt haar niet logisch voor. Indien men inners erkent een
parkeerterrein bij de herindeling van de Binnenweg noodzakelijk te achten,
dan zal men dit toch ook met de herinrichting dienen aan te leggen en de
daarbij behorende doorgang te realiseren.
Zijn fraktie kan zich voorstellen dat de definitieve plaats van het par-
keerterrein afhankelijk wordt gesteld van de toekomstige inrichting van
het besterrmingsplan, maar dat neent niet weg dat op korte ternijn een tij-
delijk parkeerterrein en de daarbij behorende doorgang naar de Binnenweg
gerealiseerd dient te worden. Zij vraagt wat de diepere gedachten zijn ach-
ter het niet op korte ternijn realiseren van parkeerterrein en doorgang
en of het college niet van mening is dat in dit verband een ternijn van
twee jaar van ingebruikgeving van de winkel een lange termijn is.
Als antwoord op vraag 4 zegt het college geen huurkosten aan de solidari-
teitswinkel in rekening te willen brengen, gezien het feit dat het pand
is aangekocht voor afbraak en nede gelet op de doelstelling van de vereni-
ging. Blijkt niet uit de eerder getoonde belangstel1ing van conmerciële
zijde., zoals het college in vraag 11 als antwoord stelt, dat wel degelijk
belangstelling voor het pand aanwezig was, met andere woorden, dat het
pand dan wel voor afbraak bestend was, dat overigens naar blijkt niet op
20 decenber 1979