20 december 1979
Dat is het college ook van plan, naar door de brand die ter plaatse vo-
rig jaar gewoed heeft is dat terrein vrij gekomen, hetgeen nen natuurlijk
niet zomaar braak kan laten liggen want dan wordt het een plaats waar de
baldadigheid hoogtij viert. Toen heeft het college gemeend dat braaklig-
gende stukje voorlopig te kunnen benutten om daar ook wat parkeerterrein
te maken, maar daarvoor is het niet nodig die doorgang thans al op korte
termijn te maken.
Wethouder Baar gelooft dat nen noet stellen dat er van een verhuurbare
waarde van het pandje niet of nauwelijks sprake is. Daarmee vervalt ook
de grond voor een verdere redenering als het gaat in de richting van een
versluierde subsidie.
In vraag 11 staat "voor ingebruikneming" en niet "voor huur", want als
men over huur praat moet men bedragen invullen en die zijn hier nooit in-
gevuld. Er is één brief ontvangen van een inwoonster uit Vogelenzang, die
er blijk van heeft gegeven daar iets te willen doen, maar in die brief
is ook niet over huur gesproken, van de kant van het college is ook nooit
aan haar een bepaalde huur gesuggereerdwant hoe had die huur er dan uit
moeten zien? Het pand had niet of nauwelijks verhuurbare v;aarde vanwege
de bijzonder slechte staat waarin het verkeerde. Het college heeft e'en
begroting laten maken door het g.t.b. voor het opknappen van het onderste
deel van het pand, hetgeen een bedrag van ongeveer f 20.000,-- aangaf.
Het pand kon niet permanent in gebruik v/orden gegeven aan een ander van-
wege de doelstel1ingen die er verder nog waren. Dus twee jaar stond het
college daarbij voor oqen. In dat licht gezien had dit pand geen verhuur-
bare waarde. Men zou namelijk eerst die investering hebben moeten plegen,
vervolgens de huur moeten vragen, die niet of nauwelijks hoger zou kunnen
geweest zijn in die twee jaar dan de investering die zou zijn gedaan.
Men kan stellen dat men het pand eerst gaat opknappen voor f 20.000,-- en
dan gaat verhuren raison van f 10.000,per jaar. Dan gelooft spreker
dat men nog net zo ver is als nen eerst was. Daarmee valt de basis voor
een verhaal in de richting van een versluierde subsidie weg.
De heer Huijbregts vindt dat er eigenlijk drie hoofdproblemen zijn.
Men koopt een pari3~ aan, waarover ieder in de raad enthousiast was, met
als doelstelling een doorbraak te maken naar een parkeerterrein. Dat par-
keerterrein maakt men niet voor het bestemmingsplan Burgeneester van Len-
nepweg, maar voor de herinrichting Binnenweg.
De heer Van Amerongen zegt dat die parkeerakkommodatie toch gerealiseerd
moet worden in het bestermingsplan Blekersvaartweg.
De heer Huijbregts zegt dat daar ook mogelijkheden voor zijn.
De heer Van Amerongen meent dat men dan toch moet wachten tot de reali-
sering van dat bestemmingsplan, voordat die doorgang zinvol v/ordt.
De heer Huijbregts vindt dat er thans al mogelijkheden zijn om dat te
doen. De vraag îs wanneer met de herinrichting van de Binnenweg wordt be-
gonnen. Hij denkt dat het op korte ternijn gaat gebeuren. In de gezamen-
lijke commissievergadering kon men zien dat men veel parkeerplaatsen tekort
zou komen in het totaalplan, tenzij men ze wiI accepteren in de woonbuurten.
Als men dat niet wil dan zal men een parkeerterrein nodig hebben en als men
een parkeerterrein aantrekkelijk wil maken dan zal de kortste route daar
heen moeten voeren. Hier was nu een mogelijkheid en die schuift men opzij.
Inzake de versluierde subsidie zegt de wethouder dat er geen waarde is. Als
hij f 10.000,— per jaar aan huur vraagt en f 20.000,-- investeert, dan zal
na het tweede jaar blijken of men erop vooruit gaat, dat v/eet men dus het
372