4e afd. 31 januari 1980 10
1. In de eerste aanbeveling merkt de beheerscommissie op dat de finan-
ciële consequenties van een besluit tot voortzetting van de exploita-
tie, gezien de aard van de aktiviteiten van het centrum, niet ten las-
te mogen komen van het meer specifieke welzijnsbeleid, zoals dat onder
meer voortvloeit uit de rijksbijdrageregelingen op dat terrein.
Mede gelet op de reaktie van de commissie planvoorbereiding onderschrij-
ven we deze opmerking. Niettemin zullen wel randvoorwaarden voor de ver-
dere financiering van het cultureel centrum moeten worden gesteld.
Na de ervaringen, opgedaan in het eerste seizoen, zal de begroting voor
het seizoen 1979-1980, opgenomen in de gemeentebegroting 1980, een vrij
reëel beeld geven van de exploitatiekosten. Bij voortzetting van de ex-
ploitatie kan deze begroting als uitgangspunt dienen, waarbij jaarlijks
een trendmatige stijging kan worden toegepast, te splitsen in een loon-
kostenstijging en een stijging van de overige materiële kosten.
Een uitbreiding van de aktiviteiten zalafhankelijk van de financiële
consequenties, als projekt moeten worden aangemeld.
De commissie planvoorbereiding constateert voorts dat de financiële
consequentiët van een voortgézette exploitatie, evenals die van noodza-
kelijke aanpassingen binnen het specifieke welzijnsbeleid ten laste van
het gemeentelijk budget zullen komen en zij is in verband daarmee van
oordeel dat afweging tussen deze belangen zal moeten kunnen plaatsvinden
Deze constatering is inderdaad juist. Tijdens de bijstelling van het
beleidsplan vindt evenwel jaarlijks een afweging van alle sektoren van
het gemeentelijk beleid plaats; derhalve niet alleen van de culturele
sektor en het specifiek welzijn, maar ook bijvoorbeeld van de sektoren
volksgezondheidonderwijs en sport.
Zoals hiervoor aangegeven, zal voorts een uitbreiding van de aktivitei-
ten eventueel ais projekt moeten worden aangemeid en worden afgewogenin
het kader van de beleidsplanning. Eenzelfde gedragslijn zal worden ge-
volgd met betrekking tot een aantal hierna te behandelen aanbevelingen.
2. Ten aanzien van de aktiviteiten op het gebied van kunstzinnige vorming
stelt de beheerscommissie in zijn volgende aanbeveling dat in het kader
van heb meer specifieke welzijnsbeleid bezien moet worden of het moge-
lijk is middelen ter beschikking te stellen voor het uitbouwen van die
aktiviteiten.
De commissie planvoorbereiding vraagt zich af of het juist is dat Het
Oude Slot die aktiviteiten organiseert. Kunstzinnige vorming is een on-
-2-