4e afd.
31 januari 1930
BESCHIKBAARSTELLING BEDRAG PER LEERLING V00R HET OPENBAAR
LAGER ONDERWIJS
3
Heemstede, 15 januari 1980.
Ingevolge art. 55 bis van de Lager-onderwijswet 1920 dient jaarlijks vôör
1 maart het bedrag te worden vastgesteld dat per leerling voor de openbare
scholen voor lager onderwijs beschikbaar wordt gesteld voor de bestrijding
van de materiële exploitatiekosten.
Gelet op het te verwachten aantal leerlingen op de openbare lagere scholen
en de in de gemeentebegroting vermelde ramingen, kan het bedrag per leer-
ling voor 1980 worden vastgesteld op f 576,16, waarbij rekening is gehouden
met een bedrag wegens administratiekosten, dat door de minister van Onder-
wijs en Wetenschappen voor het jaar 1900 vermoedelijk zal worden vastgesteld
op f 34,75. Bij de vaststelling van het bedrag per leerling is naast de
thans in de gemeentebegroting voorkomende ramingen nog rekening gehouden
met een hoger bedrag voor administratiekosten dan eerder was voorzien alsme-
de met een uitgave voor omroepbijdragen. De schoolraad kan met het voorge-
stelde bedrag per leerling instemmen.
Onder aanbieding van een ontwerp-besluit stellen wij u voor het bedrag per
leerling voor 1980 te bepalen op f 576,16.
De toekenning van een voorschot op de exploitatievergoeding aan de besturen
van de bijzondere scholen geschiedt ingevolge artikel 103, lid 5, van de
Lager-onderwijswet 1920 door ons college.
Burgemeester en wethouders van HEEMSTEDE,
De secretaris,
W.H. van den Hoek.
De burgemeester
O.R. van den Bosch.