47 28 februari 1980 Oe heer Van der Hulst raerkt op dat de heer Van Amerongen heeft ge- vraagd hoe het te rijraen is dat men het voortouw neemt terwijl men ei- genlijk het landelijk onderzoek wil afwachten en wat voorzichtig aanwil doen. Spreker heeft duidelijk in eerste termijn gezegd wel graag te wi 1 - len vooroplopen maar niet vooruit lopen. Hij dacht daarmee voldoende te hebben aangegeven wat hij bedoelt. Het is namelijk zo dat er op een aan- tal terreinen juist bij de energiebesparing uitvoerige onderzoeken gaan- de zijn. In Enschede heeft men wat risico gelopen om werkelijk helemaal voorop te lopen, dus eigenlijk vooruit te lopen, maar dan loopt men het risico dat men een aantal zaken verwezenlijkt waarvan men achteraf spijt krijgt. Spreker blijft daarom volhouden dat Heemstede mede het voortouw neemt, want het ging in Heemstede op deze wijze fungeren als een soort tweede aanvalsgolf op de energiebesparing en daarin loopt Heemstede be- paald wel voorop. Sprekers fraktie vindt dat men die zaken energiek en goed kan aanpakken, maar dat men moet oppassen om de onderzoeken die gaan de zijn niet vooruit te zijn. Wat betreft de tarieven meent spreker dat men ook de nadelen die verbon- den zijn aan het opheffen van bepaalde bestaande tarieven, fn de eerste plaats moet onderzoeken. De heer A1brecht vindt het merkwaardig dat men enigszins "puberachtig" overkomt als men met aan een coördinator heeft gedacht. Hij meent dat Heemstede de periode van het begeleiden van dit bijzondere punt al heeft overgeslagen en een stuk beleid heeft overgedragen, niet aan een enkeling dat heeft Heemstede achter de rug, maar aan een samenwerking met niet al- leen leidinggevenden, geïntegreerdSpreker onderschrijft de visie van het college in dit geïntegreerde beleid. Daarnaast merkt hij op dat de zonne-energie nog steeds in de kinderschoe- nen staat en hij gelooft ook dat dit experimenten zijn en dat er veel hob byisme in dit opzicht bedreven wordt. Natuurlijk zal dit in landen met veel zon als Texas zeker voordelen bieden, maar hoe men dat allemaal op een rijtje zal raoeten krijgen plus de uitwerking, is nog een groot vraag- teken. Ook de windmolens staan nog in de kinderschoenen. De kernenergie zal waarschijnlijk toch ons voorland worden. In nota 2 staat dat 40% van de energie door kolen geleverd wordt, 20% door fossiele brandstoffen, ter wijl bij de resterende 40% nog een vraagteken staat, dat zal in nota 3 wel naar voren komen. Spreker denkt dan ook dat de regering de zozeer ge- wenste brede maatschappelijke diskussie daarover afwacht en hij is ervan overtuigd dat menigeen dan tot de konklusie zal komen dat kernenergie de enige oplossing zal zijn in de toekomst. Deze zal natuurlijk aangepast worden en de technieken zullen veranderen en verbeteren. Deze visie is mede die van het congres dat kort geleden in Wenen is afge- sloten en waar in meerderheid tot de onderkenning is gekomen dat kern- energie noodzakelijk zal zijn. Deze punten zijn in eerste instantie niet zo belangrijk voor het probleem waar de raad voor staat. Hij wil daarom nogmaals zeggen dat allen zich sterk moeten maken om energie te besparen. De heer Van Amerongen vraagt waarom"de heer Albrecht eigenlijk zo voor energiebesparing is als hij toch denkt dat de oplossing geboden gaat wor- den door de kernenergie. ûe heer A1brecht vindt dat hoe meer men spaart hoe langer het duurt voordat men aan kernenergie begint. Dan kan die brede maatschappelijke diskussie verder doorgezet worden en zal men misschien in zeer beperkte mate tot kernenergie hoeven over te gaan. Maar ontkomen doet men er niet aan.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 22