51
28 februari 1980
opzet uit financiëie overwegingen niet haalbaar meer was. Om de zaak fi-
nancieel wel haalbaar te maken zijn nu vier middelen gebruikt, verdich-
ting, financiële bijdrage van het Rijk, meer vrije sektor-woningen en be-
bouwen van meer oppervlakte met huizen. Spreker wijst er met het oog op
de geschiedschrijving op dat zijn fraktie in 1975 voor het hanteren van
de twee eerstgenoemde middelen - verdichting en financiële bijdrage van
het Rijk - heeft gepleit. Daar hadden de andere frakties toen geen oren
naar. Hadden ze het maar wel gehad, dan was de kans groot geweest dat er
vanavond niet over dit voorstel gesproken hoefde te worden. De huidige
verdeling van de woningen geeft aan dat per saldo in het plan 226 wonin-
gen in de sociale sfeer zullen worden gebouwd en 231 in de vrije sektor:
bijna gelijk wat betreft de sociale woningbouw - 3 meer als in 1975 - en
liefst 27 meer in de vrije sektor. Het is goed te konstateren dat ditdan
de prijs is die betaald moet worden. Trouwens een vraag bij die verde-
ling is hoe hard deze gegevens zijn. Loopt men niet de kans dat als men
de uitvoering ter hand neemt, dan toch weer blijkt dat er minder dan 226
woningen in de sociale sektor zullen moeten worden gebouwd, omdat zoals
het dan zal heten "de realisatie volgens de nader gedachte o'pzet uit fi-
nanciële overwegingen niet haalbaar meer is?"
Verder vraagt spreker welke garantie het college kan geven dat de premie-
koopwoningen niet in de duurste kategorie vallen. In de commissie heeft
hij gezegd dat elke financiële onderbouwing van het voorstel ontbrak.
Inmiddels hebben hem enkele cijfers ter illustratie van de financiële po-
sitie van het bestemmingsplan bereikt, ter illustratie, want een echt in-
zicht bieden die enkele cijfers bepaald niet. Duidelijk lijkt in ieder ge-
val dat de door Bouwsolid indertijd gegeven garantie dat de vrije sektor
slechts in prijs zal stijgen met de sinds 1 januari 1977 opgetreden kos-
tenstijgingen van lonen en materialen alsmede met het renteverliesniet
gestand wordt gedaan. Die garantie is gegeven en ligt vast in een brief
aan het college van 29 augustus 1977. In ieder geval heeft het college
het niet nodig geacht inlichtingen over die kostenstijgingen te geven.
Spreker vraagt zich af waarom niet, het is toch een duidelijke vraag in
de commissie geweest.
Gezien het kennelijk ontbreken, ook bij het college, van een helder in-
zicht in de financiële noodzaak om het voorliggende voorstel te doen,
rijst de vraag waarom dat voorstel er dan toch ligt. Hij zou daar graag
een duidelijk antwoord van het college op hebben.
Vöör het voorstel pleiten volgens zijn fraktie drie punten, vanzelfspre-
kend uitgaande van de situatie dat de Kroon het bestemmingsplan heeft
goedgekeurd. In de eerste plaats stelt zij vast dat het aantal woningen
in de sociale sektor met drie is vermeerderd. In de tweede plaats zal in
de eerste fase van de realisering van het bestemmingsplan de bouw van de
woningwet- en premiekoopwoningen plaatsvinden, maar ook hier rijst de
vraag hoe hard dat voornemen is. In de derde plaats wachten nu reeds ja-
ren woningzoekendenwaarvan sprekers fraktie vindt dat in beginsel al-
leen voor die kategorie in Heemstede nog moet worden gebouwd, op de rea-
lisering van het bestemmingsplan. In 1975 was de mogelijkheid open voor
hen meer te doen op Merlenhoven, nu is die mogelijkheid er niet meer.
De vraag moet nu onder ogen worden gezien of de nu in de loop der tijd
opgebouwde gerechtvaardigde verwachtingen van die inwoners te niet mogen
worden gedaan.
Tégen het voorstel pleit, dat het aantal woningen waaraan volstrekt geen
behoefte is in Heemstede, nog eens met 27 wordt vermeerderd. Tegen het
voorstel pleit thans ook dat de raad onvoldoende inzicht heeft in de fi-
nanciële noodzaak van het voorstelDie noodzaak kan slechts aannemelijk
worden gemaakt door aannames. Die kan spreker dan zelf wel verzinnen, maar