76
27 maart 1980
regelgeving. Die twee dingen vergen ook veel tijd. De overheid kan qeen
bewustwording afdwingen. Emanciperen is een groeiproces en moet worden
gedragen door de samenleving. De overheid - rijk, provincies en gemeenten
- kan en moet belemmeringen_wegnenien, stimulansen geven en voorwaarden
scheppen en dat is dan__precies waaraan vanavond een bijdrage kan worden
geleverd. Door financiële steun waar nodig aan aktiviteiten te geven wordt
dat mogelijk en wordt het mogelijk gemaakt dat er geen te grote financiële
belemmeringen bestaan voor de toekomstige deelneemsters aan de aktivitei-
ten. Sprekers fraktie kan in het algemeen instemmen met het door de meer-
derheid van hetcollege voorgelegde besluit. Eén onderdeel van het ontwerp-
besluit heeft niet haar instemming. Voor wat het subsidie aan het C.D.A.-
rouwenberaad in oprichting betreft is zij het eens met een minderheid van
net college. Van de landelijke overheid gaat een aanzienlijke stroom geld
naar de pontieke partijen ten behoeve van vormingsaktiviteiten, wetenschap
penjke bureau s die ondersteuning daarbij kunnen geven en emancipatiewerk-
sters. Het -is om die reden dat zij hier thans geen taak ziet voor de gemeen
te. Het C.D.A.-Vrouwenberaad moet zich dus tot het C.D.A. wenden met het
verzoek een bijdrage in de kosten van de aktiviteiten te krijgen. Daarvoor
is dat gelddaarvoor moet het dan ook worden besteed. Binnen die partij
moet een prionteitenstel 1 ing plaatsvinden als dat nodig is. Daaraan zal
de emancipatiebereidheid ook kunnen worden afgemeten van de diverse poli-
tieke partijen. Qpgrond daarvan zal sprekers fraktie het amendement van
ae V.V.D.-fraktie înzake het C.D.A.-Vrouwenberaad steunen.
Minder gelukkig is zij met de woorden van mevrouw Van der Pas over het
vrouwencafé. Uit sprekers inleiding heeft men kunnen begrijpen dat het
emancipatiegebeuren door een veelheid van aktiviteiten tot stand kan komen.
t moet ook want men hoeft niet te denken dat men telkens dezelfde doel-
groep bereikt met de verschillende aktiviteiten. Men moet spreiding van ak-
tiviteiten hebben om zoveel mogelijk vrouwen te bereiken.
In dat geheel van aktiviteiten heeft het vrouwencafé ook haar plaats. Het
is een ontmoetingsplaats alleen voor vrouwen. Hij vindt ook dat de V V D -
fraktie merkwaardige dingen heeft gezegd. De V.V.D. namelijk erkent het
emancipatie-gericht zijn en het binnen de rijksbijdrageregeling vallenvan
hetvrouwencafe. Het is ook om die reden dat zij de kosten van huisvesting
în îeder geval wenst te honoreren. Zij wil niet de kosten voor materiaal,
abonnementen en deskundigheidsvorming honoreren. Dat vindt spreker een
merkwaardige redeneringemancipatiegebeuren wordt erkend, materiaalkosten,
abonnement tijdschriften en deskundigheidsvergroting niet. Om een vergelij-
king te trekken met het onderwijs: de scholen zal men oprichten maar verder
zal men het zelf maar moeten doen wat betreft leermateriaal en allerlei an-
dere hulpmiddelen die daarbij nodig zijn. Het vrouwencafê zou dus een qe-
bouw mogen huren, maar de andere posten die ongeveer de helft van de huis-
vestingskosten vormen, komen niet in aanmerking. Spreker vindt het merkwaar-
aig datmen daarop snijdt. Juist om mensen binnen te krijgen heeft men een
ontmoetingsplaats, vervolgens wil men ze wat meer bieden. Het gaat natuur-
lijk niet alleen om een gezellige avond, maar om vrouwen bewust te maken
Dat erkent de V.V.D., daar heeft men hujpmiddelen bij nodig en als men die
hulpmiddelen dan niet gaat subsidiëren dan vindt hij dat op zijn minst
een vreemde kronkel in deredenering. Hij denkt dat ongeveer hetzelfde ge-
zegd kan worden van het niet willen accepteren van de coördinatiewerkster
Mevrouw IJsselmuiden heeft terecht artikel 2, tweede lid, van de rijksbij-
drageregehng gereleveerd, waarin staat dat de emancipatieaktiviteiten in
de eerste plaats aansluiten bij de initiatieven en de behoeften van de
vrouwehjke bevolking of groepen daaruit. Spreker denkt dat het uitgangs-
punt van het college ook juist is geweest, het^.uitgangspunt was, zoals de
voorzitter van de commissie welzijn stelde, da,t zij de aanvraa~g inbeginsel