80 27 maart 1980 hem aangevoerd wat ook maar de suggéstie zou kunnen vjekken dat het zijn fraktie daarom ging. Het tweede punt is dat de heer Van tmmerik stelde: dan zijn we niet meer bezig met emancipatie maar met discriminatie. Spre- ker denkt dat hij dan goed moet kijken wat het woord discriminatie be- duidt, het wil niet meer of minder zeggen: discriminatie is het maken van onderscheid zonder enige rechtvaardigingHet zal uit sprekers eerste be- toog duidelijk zijn dat zijn fraktie nu juist wel onderscheid zag in de subsidieaanvraag van het C.D.A.-Vrouwenberaad en de andere 6. Zij heeft duidelijk aangegeven waarom zij onderscheid maakt, om dan van discrimina- tie te spreken gaan spreker veel te ver. Waar het onderscheid in ligt hoeft hij niet te herhalen, het ging over de landelijke geldmiddelen die ter beschikking worden gesteld aan de politieke partijen. Dat is het on- derscheid wat het C.D.A.-Vrouwenberaad doet verschillen van de andere 6. Dat het ook niet zomaar een argument is dat uit de lucht wordt gegrepen kan ook wel beargumenteerd worden. Er kan in ieder geval gewezen worden op pagina 3 van de rijksbijdrageregeling voor emancipatie-aktiviteiten, de nota van toelichting, waar onder punt 4 een zin staat als volgt: "dit betekent bijvoorbeeld dat de aktiviteiten van een organisatie, waar- voor van rijkswege op permanente basis financiële middelen ter beschik- king werden gesteid (al dan niet via een rijksbijdrage aan de gemeente), niet onder de onderhavige regeling vallen, ook al worden deze aktiviteiten nu gepresenteerd als emancipatie-aktiviteiten. De regeling richt zich dus op aktiviteiten die nog niet eerder via een rijksregeling werden bekostigd Het derde punt is dat de heer Van Emmerik heeft gezegd: wij hebben deskun- digen geraadpleegd, ook van de PvdA, V.V.D. en D66 en die zeggen: de ge- meente kan dit soort aktiviteiten heel goed subsidiëren. Spreker meent dat ze dat zeker gezegd zullen hebben; die deskundigen sluiten met andere woor den niet uit dat deze emancipatie-aktiviteiten gesubsidieerd worden. Maar daar gaat het niet om. Spreker heeft nooit beweerd dat het geen emancipa- tie-aktiviteiten zijn. De beslissing om te subsidiëren ligt bij de diverse gemeenten. Dat sprekers fraktie niet zonaar haar standpunt heeft ingenomen kan misschien worden geillustreerd uit de wijze hoe zo'n bijdrage aan de politieke partijen er uitziet. De bijdrage die het rijk aan de politieke partijen geeft bestaat uit een vloerbedrag plus een bedrag per Kamer-zetel Die geldstroom van het rijk gaat bijvoorbeeld bij de PvdA naar een stich- ting voor het vormingswerk. Die geldstroom is niet onaanzienlijk. Bij het C.D.A. bijvoorbeeld is dat f 450.000,daar moet dan de partij - dat is een verplichting - nog 30% opleggen en zo komt men dan rond de 6 ton. Krachtens interne reglementen bij de PvdA moet 20% van die geldstroom be- steed worden aan vrouwenwerk aan de basis. Met die basis worden bedoeld de in vele gemeenten bestaande groepen, die dan wel worden aangeduid als de Rooie Vrouwen. De afdeling Rooie Vrouwen in Heemstede heeft natuurlijk, toen deze rijksbijdrageregeling tot stand kwam, besproken of ze nu ook een subsidieaanvraag zouden indienen of niet. Ze hebben het niet gedaan omdat zij vonden dat zij genoeg kregen vanuit die rijkssubsidiestroom voor de aktiviteiten die zij aan de basis willen verwerkelijken. Natuurlijk hoeft niet iedere politieke partij diezelfde/egeling te hebben, dat ligt aan ae politieke partijen zelf. Mevrouw Van der Pas zegt dat de raad thans bezig is een klein bedrag te verdelen onder emancipatiegroeperingen die het bewustwordingsproces van de vrouw op gang brengen. Deze regeling is bedoeld om dat te stimuieren en te aktiveren. Daar hebben 9 organisaties op gereageerd, waaronder het C.D.A.-Vrouwenberaad. Haar fraktie heeft elke aanvraag stuk voor stuk be- keken en meent dat het C.D.A.-Vrouwenberaad er duidelijk uitspringt omdat zij op een andere manier subsidie kan kri jgen,v namel i jk van haar eigen po-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 22