114
24 april 1980
vanuit een instruktiebadje, dat niet helemaal meer aan de eisen voldoet.
Wij zijn eenvoudig gehouden een 25 meter bad te hebben naast een golf-
slagbadDan heeft men nog de rnogelijkheid van een open bad en gelet op
het streven tot het verkrijgen van een zo laag mogelijke investering,
zal men daar wellicht een verminderde oppervlakte in kunnen bereiken.
Inzake de tennishal zegt spreker dat in het hele land elke overdekte ten-
nishal-akkommodatie floreert, dat is nergens een kostenpost. Het is al-
leen een kwestie van kapitaalinvestering maar met een volledige opbrengst.
Als men daar geen volledige opbrengst in haalt dan doet men als exploi-
tant bijzonder slordig werk. De kostenposten liggen dus in het zwemmen
en de sporthalAlles wat erbij zit kan hoogstens bijdragen aan een betere
uitkomst en daarom lijkt het dan ook een verstandige gedachte. Voorop staat
dat het niet de bedoeling van sprekers fraktie is om kritiekloos het.plan
volgens model 2 te accepteren. Zij vindt wel dat in de vergelijkende pro-
jekten, zoals ze samengesteld zijn door Sportfondsen b.v., model 2 er uit-
springt als de best mogelijke vorm. Als men daar 'in gaat snijden dan moet
men wel zodanig daarin snijden dat men de aantrekkelijkheid van het plan
niet vernietigt. Wanneer de aantrekkelijkheid wordt verminderd, vermindert
ook het bezoek en dan kan men beter de zaak geheel opruimen.
De voorzitter schorst de vergadering te 21.22 uur en heropent deze te
21.42 uur.
Wethouder Reeringh antwoordt dat het college, na zich uitvoerig over
deze zaken gebogen te hebben, van mening is dat een aantal elementen tot
konklusies hebben geleid en dat een aantal andere elementen nog wat vraag-
tekens oproepen, zodat daaruit het voorstel resulteerde die elementen nog
nader te onderzoeken. Dat betekent dat het college zich niet in een situa-
tie bevindt dat het inhoudelijk kan ingaan op taï van elementen die in de
voorliggende plannen zitten. Dat zijn nu juist de elementen die nader ovet
legd moeten worden in het beraad dat na deze vergadering zaI dienen te vol-
gen naar aanleiding van de bemerkingen van de toetsende instantie, de
V.H.G. en naar aanleiding van kanttekeningen en kritische opmerkingen die
vanuit de raad zijn gekomen.
Inzake de voorgeschiedenis zegt spreker dat wat uiteindelijk tot dit voor-
1iggende voorstel heeft geleid in feite een jaar nadenken is geweest, dat
geleid heeft tot konkretisering van die bedenksels in het najaar van 1978,
hetgeen natuurlijk stoelde op werk dat in de afgelopen 8 tot 10 jaar in
feite ook al was gedaan. De zaak heeft lange tijd nodig gehad om uitge-
werkt te worden en het college stelt het bijzonder op prijs dat zowel van-
uit de sportstichting als vanuit de raadscommissie en de raad, een belang-
rijk uitgangspunt is gekozen, namelijk dat niet in de eerste plaats moet
wordën besloten tot renovatie van het zwembad, maar dat men in elk geval
moet komen tot de sporthal die financieel al een tijd vermeld staat op
lijst II als een projekt dat niet meer ter keuze staat. Spreker acht dat
een belangrijke uitspraak. Een tweede even bplangrijk element van die uit-
spraak is dat in plaats van wat er nu is, gekomen moet worden tot een ge-
ïntegreerd multi-funktioneel sportkomplex.
Spreker heeft met veel genoegen gekonstateerd dat het degenen die zichmet
deze zaak hebben beziggehouden niet aan energie, aan enthousiasme en aan
bereidheid om daar tijd in te steken heeft ontbroken en dan spreekt hij
met name over het dagelijks bestuur van de sportstichting en over de amb-
telijke medewerkers van secretarie en sportstichting, die hij daarvoor
bijzonder veel dank wil zeggen. Ook de raad wil hij daarin betrekken om-
dat het uiteindelijk de raad is geweest die aan het eind van 1979 bereid
is geweest ruim 35.000,-- ter beschikking te- stellen voor het onderzoek,