29 mei 1980 160 Dat betekent dus dat we het beleid in 1980 op de inmid,dels ingeslagen weg zullen blijven voortzetten en dat we ons verder ni'et zullen gaan afvragen door welke projekten of andere zaken alsnog een streep zou moeten worden gehaald. Maar hoe ligt het voor 1981 en volgende jaren? De regering heeft aange- kondigd dat de ombuiging voor de gemeenten na 1981 en volgende jare.n een bedrag van 208 miljoen gulden zal omvatten voor de gemeenten tezamen5 te weten 151 miljoen gulden voor 1980 p!us nog eens 57 miljoen die men voor 1980 nog op een andere wijze kon verwachten. Ot er daarnaast nog meevaliers zijn voor de gemee.nten valt niet te over- zien. Spreker zou er ook bepaald niet op willen rekenen. Anderzijds weet men ook nog niet of het bij een strukturele ombuiging van 208 miljoen per jaar zal blijven. Als hij nu al hoort spreken over het gigantische financieringstekort voor 1981 dan bekruipen hem wat dat betreft angstige voorgevoelensZeker is nu al een strukturele inkomensvermindering van 208 miljoen gulden voor de gemeenten in totaal en dat betekent voor Heemstede in konkreto f 317.000,-- per jaar. Een blijvende inkomsten- vermindering van deze orde van grootte zal ontegenzeggelijk gevolgen heb- ben voor het beleid, dat kan niet uitbligven. Welke deze gevolgen precies zullen zijn valt uiteraara thans nog niet te overzien. Dat valt pas te overzien bij de behande'liog van de begroting voor 1983 en de meerjaren- begroting in de komende herfst. Dan za'l blijken welke speelruimte er is voor de voortzetting van het bestaande beleid en het invullen van nieuw beleid en op dat moment zal ook de vraag beantwoord moeten worden of een verhoging van de onroerend-goedbelasting kan worden geaccepteerd en zo ja, met welk percentage, teneinde het gewenste voorzieningenniveau te kunnen bereiken en te kunnen behouden. In het licht van het struktureel in te leveren bedrag van f 317.000,-- is het bepaald niet denkbeeldig dat de vraag dan zal zijn of de onroerend-goedbelasting meer zai moeten wor- den verhoogd dan in het dekkingsplan al is aangegeven. In het dekkings- plan is aangegeven 8% voor 1981, 8% voor 1982, 7 respektievelijk 7l voor 1983 en 1984, met de mededeling dat dan in 1984 het plafond bereikc zal zijn. De heer Arnoldy heeft in dit verband gewezen op het feit dat ook de financiële draagkracht van de burgers terugloopt en hij heeft ook de doelstelling van het voorkomen van schoksgewijze aanpassing van belastin- gen en lasten in herinnering geroepen. De heer Van Emmerik vraagt in feite hoe het college de nogeiijke verlei- ding om via de o.g.b. de dreigende gaten op te vullen, denkt te kunnen weerstaan. Hij wijst daarbij op het feit dat we leven in een tijd waarin iedereen zijn wensen iets moet matigen en voegt daaraan toe dat zijn fraktie moeite zou hebben met een forse stijging van de o.g.b. De heer Van Amerongen tenslotte sluit de mogelijkheia van een extra ver- hoging van de o.g.b. niet uit, omdat dat wel eens noodzakelijk zou kunnen zijn omhuidige en gewenste voorzieningen niet in gevaar te laten komen. Maar hij konformeert zich overigens aan de stellingname van het co'llege dat telkenmale bij de vaststelling van het dekkingsplan een afweging moet plaatsvinden tussen gewenst voorzieningenniveau en aanvaardbare belastingdruk. Voor het college staat ook nu nog die stellingname vol- ledig overeind, maar het college is er zich heel goed van bewust dat zo- wel de doelstelling tot het voorkomen van schoksgewijze 'iastenaanpassin- gen als het feit dat er een.algemene noodzaak tot een zekere matiging bestaat, alswel het feit dat de financiële draagkracht van de burgers afneemt, duidelijke remmen vormen voor een sterk uit de toon vallende verhoging van de belastingdruk. Uiteraard kan men nu nog geen percenta- ges invullen, maar het college erkent hiermede bij voorbaat dat de mo- gelijkheid tot lastenverhoging niet meer onbeperkt is.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 21