30 nei 1980 194 Ds voorzitter zal in die zin de zaak nog eens bespreken met de hoofd- inspekteur van politie. Vraag 16. De heer Arnold.y vraagt met betrekking tot de informatieverstrekking h°e het college er tegenover staat als hierbij ook bureau voorlichting wordt ingeschakeld. Hij weet niet of degenen die informatie wensen de weg naar het politiebureau eerder vinden dan naar het raadhuis. De heer Van Emmerik sluit zich bij de woorden van de heer Arnoldy aan. De voorzitter antwoordt dat de taakafbakening tussen het bureau vooi lichting en de politievoorlichting vrij duidelijk vastligt. De politie verzorgt in algemene zin zijn eigen voorlichting met de pers. Dat is een landelijk gebruik. Politievoorlichting behoort bij de politie zelf, ook daar waar een voorlichtingsbureau is wordt de politievoorlichting vanuit het politieapparaat verzorgd, in eerste aanleg althans. Inzake de kwestie van folders en preventiesituatie in algemene zin is ge lukkig al een samenwerking gevonden. Er ligt in het raadhuis al het nodi ge materiaalhetgeen zich zeker leent voor verdere uitbouw. Vraag 17. De heer Van Emmerik zegt dat uit de punten m 1, diefstal d.m.v. braak en q, vernieling, blijkt dat de algemene indruk die men heeft, ook door de cijfers wordt gestaafd, dat in beide soorten kleine maar zeer hinder- lijke kriminaliteit, ook in Heemstede over de jaren een behoorlijke stij ging zit. De voorzitter antwoordt dat dit het algemene beeld is wat zich ook hier voordoeti Vraag 18. Mevrouw Van der Pas is blij met de toezegging van het college dat de diskussie over zich wijzigende inzichten over het welstandstoezicht inde commissie gevoerd zal worden. Onlangs hebben twee raadsleden en twee le- den van de welstandscommissie een dag bijgewoond waar deze inzichten door de Federatie Welstandstoezicht werden belicht en zij kan zich voorstei- len dat het plezierig is als deze diskussie plaatsvindt in de commissie, zodat ook de andere leden op de hoogte zijn van wat er zich afspeelt en enige informatie kunnen ontvangen. Zij doelt met name op het boekje "Hoofdtrekken van het welstandstoezicht" uit de serie Welstandstoezicht nummer 3. De heer Van Vlijmen deelt mede dat ook zijn fraktie blij is met het antwoord van het college. Mevrouw Noorman sluit zich bij de woorden van de heer Van Vlijmen aan. Zij acht het door mevrouw Van der Pas genoemde boekje zinvol, maar in dat boekje staat een deel van een verhaal en er zijn nog een aantal ande- re informatiebronnen best zinvol leesbaar. Zij denkt dat als men gaat praten over welk boekje men moet lezen, men dan ook voliedig moet zijn en misschien is het dan beter om een kleine literatuuropgave te verstrekken. Zij kan zich bijvoorbeeld de richtlijnen van de Federatie Hoordhol1änds Welstandstoezicht voorstellen, die ook zeer lezenswaardig zijn en zozijn er nog wel meer. De voorzitter begrijpt dat het dus een vrije nieuwsgaring wordt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 15