30 mei 1980
204
behandeling van dit ontwerp-rapport, ook wel gezien de fase waarin het
verkeersstruktuurplan zich thans bevindt, hoewel zij er toch op wil wij-
zen dat het juist bij fietspaden maar ook bij looppaden vaak toch moge-
lijk is op dit moment beslissingen te nenen als ze de integrale behande-
ling van het plan met verstoren. Juist bij fietspaden en voorzieningen
voor het 1angzaam verkeer is dat eerder mogelijk en zij hoopt dat het
dan die beslissingen niet in de weg zal staan.
De voorzitter kan zich daarmee verenigen.
Vraag 35.
Pe heer Klinkert is verheugd dat het college geen bezwaren heeft om
deskundigen van vervoersmaatschappijen uit te nodigen als zich zaken be-
treffende het openbaar varvoer voordoen. Hij hoopt echter ook dat het
college daar de noodzaak van inziet. "Geen bezwaar" lijkt enigszins op:
we vinden het wel goed, want naar de mening van sprekers fraktie is het
van groot belang dat bij het plannen maken in een zeer vroeg stadium
reeds deskundigen van vervoersmaatschappijen worden uitgenodigdomdat
zij met hun kennis van zaken kunnen v/ijzen op mogelijkheden en onmoge-
1ijkheden bij het invulien van het pakket van wensen. Tevens kunnen de
vervoersnaatschappijen, als tijdens het maken van piannen sprake isvan
wijzigingen die geid kosten, of waarvoor subsidies nodig zijn voor ver-
keersvoorzieningen, dit tijdig aanvragen bij het Direktoraal-Generaal
van het Verkeer, zodat dan een eventuele realisering van de plannen veei
eerder kan plaatsvinden.
De heer Borghouts merkt op dat ook bij zijn fraktie de vraag was ge-
rezen of het college de noodzaak inziet, maar in breder kader, want hij
neemt aan dat het antwoord van het college in dezelfde geest was geqeven
îndien zij had gevraagd, naast de inschakeling op basis van verkeersdes-
kundigen, ook hetzelfde toe te passen bij bijvoorbeeld de Verenigino Be-
scherming Voetgangers, de aktiegroep Stop de Kindermoord en de E.N.F.B.
De voorzitter acht het op zichzelf genomen niet onjuist wat de heer
Klinkert zegt. De vraag is echter toegespitst op de werkgroep verkeer.
Nu wil het merkwaardige toeval dat juist in het neest recente kontakt'
met de N.Z.H. met name gesproken is over de mogelijkheid van het inscha-
kelen, want het was het college niet bekend dat de maatschappijen daar-
voor blijkbaar in zo ruime mate mankracht aanwezig hebben on verschillen-
de gemeenten in een min of meer permanente zin regelnatig te adviseren.
Dat moet nogal wat mankracht vragen als nen de bedieningsgebieden van die
maatschappijen ziet. Het college heeft geantwoord, toen die mogelijkheid
v/erd gesuggereerddat het daar gaarne gebruik van zou maken.
Men moet echter wel oppassen daar een soort permanent overleg van te ma-
ken, al was het alleen maar on het simpele feit dat er meer dan êén open-
bare vervoersmaatschappij is en men moet er ook geen sociëteit van perma-
nent overleg van maken. Er zijn zeker aanknopingspunten genoeq waarbij
men în de toekomst dankbaar gebruik zal maken van deze aangeboden moge-
Iijkheid om van die deskundigheid gebruik te maken. Men zou wel dom zijn
om deskundigheid die men gratis in huis kan haien niet te gebruiken.
In antwoord op de heer Borghouts zegt spreker het iets moeilijker te vin-
den om daarvan zonder meer te zeggen dat dit dan eigenlijk geldt voor al-
le clubjes die zich in het rijke palet van het verkeer voordoen. Zeker
moet men in algemene zin zeggen dat men daarvoor in de overlegsituatie
open moet staan. Hij vindt er toch wel verschil in zitten of men behoef-
te heeft aanspeciaal overleg of aan speciaal advies. Hij heeft de nei-
ging, als hij de verschillende genoemde clubs hoort, zich voor te stel-
len dat daarmee een overleg zou kunnen plaatsvinden op incidentele manier.
