30 mei 1980
210
tiecomnrissie heeft besloten juist de deskundigheid vanuit de S.A.B.D.
in de redaktiecommissie te halen, zijnde de instelling die dagelijks
met dat veld te maken heeft. Dus via de sluis van de S.A.B.D. en uiter-
aard op grond van hun deskundigheid denkt de redaktiecommissie dat juist
een vertegenwoordiging van de S.A.B.D. binnen haar midden kan zorgdra-
gen voor een dekking en een aandraging van punten voorzover die verge-
ten zouden kunnen worden en ook mede voor een juiste benadering ervan
en het ontwikkelen van een filosofie zoals die gewenst is. Daarnaast
gaat het werk, waar men thans mee bezig is, door.
Vraag 47.
Mevrouw Bierman brengt naar voren dat als de vraag van de C.D.A.-
fraktie eigenlijk wordt toegesneden op het advies uitgebracht door de
S.A.B.D., haar fraktie die vraag thans minder opportuun vindt, omdat is
toegezegd dat het hele funktioneren van de S.A.B.D. aan de orde zal ko-
men bij het derde deel van de onderwijsnota. Aan de andere kant is zij
ook niet zo tevreden met het antwoord van het college. De vraag spreekt
van een advies dat wordt verkregen en opgevolgd. Het antwoord gaat over
dat "opgevolgd" en over mogelijke diskrepanties tussen verschillende ad-
viezen en de mening van de ouders. Waar haar fraktie zich wel buitenge-
woon over heeft verbaasd in dit verband is dat of nu wel of niet het'ad-
vies wordt opgevolgd en of wel of niet in 1981 de ouders een beslissende
stem krijgen bij de schoolkeuze van hun kinderen doet niet terzake. Zo-
lang de S.A.B.D. een advies uitbrengt en daarvoor 5e en 6e klas kinderen
van Heemsteedse scholen toetst, wat toch een gemeentelijke inspanning is
die veel tijd en energie vergt, vindt zij het vreemd dat nauwelijks wordt
nagegaan door de S.A.B.D. in hoeverre die adviezen juist geweest zijn.
En dan is het daarbij niet relevant of het advies is opgevolgd. Er wordt
bij een bepaald kind een bepaald advies gegeven. Als men 6 jaar later
kijkt dan is de vraag hoe dat is uitgepakt. Dat zou een logische aktivi-
teit zijn als kontrôle van de eigen werkzaamheden en dat heeft zij tot
nu toe gernist.
De heer De Jong merkt op dat het antwoord van het college maar op een
klein gedeelte van de problematiek ingaat die door zijn fraktie is aan-
gekaart, namelijk alleen maar over die situaties waarin er sprake is van
een diskrepantie tussen het advies van het hoofd van de school en de be-
trokken ouders. Spreker kan zich voorstellen dat een stuk van die taak
door de S.A.B.D. wordt uitgevoerd maar - daar gaat de vraag juist om -
naast de S.A.B.D. zijn er misschien ook nog andere gespreksplatforms
waarin die evaluatie veel verder reikt dan alleen maar in die diskrepan-
tiesituaties. Spreker vraagt of in dat hele proces, overgaand van lagere
school naar voortgezet onderwijs, lager beroepsonderwijsniddelbaar be-
roepsonderwijsenzovoort, op een gegeven ogenblik een aantal toetsings-
kriteria, advieskriteria en al dat soort zaken die een rol spelen bij ad-
visering en uiteindelijk resultering in het plaatsen op een bepaalde school
aanwezig zijn, waarin een evaluatie mogelijk is, waarbij eventuele normen
die gehanteerd zijn misschien zouden rnoeten worden bijgesteld. Daarop was
de vraag gericht. Er is nu helemaal geen inzicht in de resultaten, v/aar-
uit zou kunnen blijken dat bepaalde konklusies, adviseringen en andere za-
ken die een rol spelen, goed, minder goed of onjuist zijn geweest.
Wethouder Reeringh wil als voorbeeld het vorig jaar nemen. Er waren
4.000 gevallen, waarvan 48 diskrepanties en van 2/3 van die diskrepantie-
gevallen is alsnog konform de wens van de ouders het kind toegelaten.
Als dan gevraagd wordt van 43 van die bijna 4.000 gevallen een evaluatie