30 mei 1980
188
alle comipissievergaderingen, die in beginsel openbaar zijn, toch in be-
slotenhe-id kunnen worden gehouden. Zo'n verzoek dient gemotiveerd te ziin
Daar worden dan ook enkele algemene kriteria vermeld. Er zijn er bij die
hier met van toepassing zijn: gevaar voor de eenheid van de Kroon en
schadevoor de veiligheid van de Staat. Maar verder zijn het dezelfde
kriteria âis ook in onze Verordening zijn opgenomen.
Dan zou ad hoc beslist moeten worden of een commissie besloten of in
openbaarheid vergadert. Daarover kan men van mening verschillen Spre-
ker heeft er emgszins moeite mee als de P.H.-fraktie zegt: het is wel
aardig om eerst maar eens in beslotenheid te vergaderen, het is nog zo'n
pril stadium. Daar kan men verschillend over oordelen, het kan gewoon
în het algemeen belang zijn_dat er op een gegeven moment toch in besloten-
^lVKr9? ?n sPreker gelooft dat in het algemeen niet zomaar
wordt besloten în beslotenheid te vergaderen en dat men als regel kan
volhouden dat onze vergaderingen openbaar zijn.
De heer Arnoldy vindt het antwoord van het college gaaf. Voorts sluit
mj zich aan bij de woorden van de heer Van Emmerik. Het besluit om een
vergadering în de openbaarheid of beslotenheid te doen zijn is in feite
een vorm van goed vertrouwen in de voorzitter en bovendien is het waar-
de nnpnh^L K K lf00r2i«er1 n de praktijk steeds meer gaat neigennaar
1.H? j behandelîng. Overigens zijn de leden van de commissie ook alle
leden van de raad en Z1j hebben wat dat betreft de vinger aan de pols en
wordtan 8r 0penheid over diskussiëren of het besloten blijft of open
De voorzitter zegt dat zijn antwoord meer neigt naar hetgeen de heren
an Emmerik en Arnoldy hebben gezegd, dan naar datgene wat de heer Van
Amerongen naar voren bracht. Overigens blijft het uiteindelijk een kwes-
+Sp[?ker 20u willen benadrukken dat die beoordelingsmo-
genjkheid er moet blijven of men het prudent vindt de zaak eerst eens
te bePraten-Dat dit bij hoge uitzondering zou moeten zijn
îsduidelijk, maar de mogelijkheid dat er in de vertrouwelijkheid een
vnjblnjvende gedachtenwisseling plaatsvindt in een allereerste fase wil
mj toch positief waarderen.
wa3rLhK?r -Van ftnerongen zal eens bekijken hoe het de komende maandengaat,
waarna hij er misschien nog eens op terugkomt.
Vraag 3
De heer Van Emmerik is tevreden met het antwoord van het college. Hij
vraagt of ookde model-bouwverordening daarin meegenomen wordt, niet in
je zin, dat în de verzameling als zodanig de model-bouwverordening wordt
opgenomen, maar dat: er op toegezien wordt dat de raadsleden en met name
HiH b 6 u-m1 de modei-bouwverordening veel te maken hebben, al-
tijd kunnen beschikken over een uitgave die volkomen up to date is.
De voorzitter zegt dit toe.
Vragen 4 en 5
Mevrouw Noorman is over het antwoord niet tevreden. Zij wijst er oo dat
jdens de begrotingsbehandeling 1979 door de wethouder een aantal zaken
aanzlen van de Vrouwenadviescommissie is toegezegd, waaronder dezevraag.
Wethouder Willemse heeft een brief van de Vrouwenadviescommissie, waarin