26 juni 1980
234
van urinoirs. Inhoudelijk kan zijn fraktie zich in hoofdzaak verenigen
met wat mevrouw Noorman gezegd heeft. Het gaat er niet om de behoefte
te onderzoeken, het gaat erom dat er plaatsen worden verbeterd, waarbij
spreker als voorbeeld noemt het urinoir nabij de Koediefslaan. Hij acht
het zinvol deze te verplaatsen naar de kant van het parkeerterrein of
naar de tegenoverl iggende hoek die recent is vrijgekomen. Mogelijk dater
ook iets met beplanting gedaan kan worden.
De heer Arnoldy merkt op dat zijn fraktie de laatste jaren regelmatig
aan dit onderwerp aandacht heeft besteed. Zij heeft destijds twijfels ge-
uit over het nut van het houden en het hebben van deze akkommodaties en
wel tegen de achtergrond van het discriminatoire effekt dat blijkbaar
alleen mannen behoefte gevoelen gebruik te maken van dit soort gelegen-
heden en dat er voor de dames geen gelegenheid zou zijn geschapen. Spre-
ker heeft van mevrouw Noorman begrepen dat ook zij pleit voor een voor-
ziening die verder gaat als men eenmaal zegt dat men deze zaken in onze
gemeente behoeft. Als ook de buschauffeurs van de N.Z.H. vaststellen dat
er behoefte aan is dan is voor spreker deze zaak rond en hij gelooft dan
ook dat men nu van harte moet instemmen met het behoud van urinoirs.
Wethouder Baar zegt toe dat bij de herinrichting van de Binnenweg ook
aandacht zal worde'n geschonken aan de mogelijkheid van een openbaar toi-
let, al dan niet gekoppeld aan een andere openbare voorziening.
Wat betreft de verplaatsing van het urinoir aan de Koediefslaan zegt spre-
ker dat een zinnig idee te achten, al leen komt het liem voor dat het mis-
schien verstandig is om, gelet op de plannen die er zijn met betrekking
tot het gebied B1 ekersvaartweg/Burgemeester van Lennepv;eg, welke plannen
waarschijnlijk ook zullen resulteren in een aantal centr3le voorzieningen,
te overwegen om een eventuele verplaatsing thans niet te bewerkstelligen
maar bij de realisering van dat plan en de centrale voorzieningen te be-
kijken in hoeverre een openbaar toilet daar zinvol kan zijn.
Het stuk, vermeld onder punt 6, wordt zonder hoofdelijke stemming voor
kenmsgeving aangenomen.
7. Brief van W. Mantel inzake bezwaar tegen ontwerp-bestemningsplan Hage-
veld e.o. m.b.t. geluidsoverlast model-autosport.
8. Idem van J.I. Aukes en mevrouw J.H. Aukes-van der Schrieck.
9. Brief van het bestuur van de Nederlandse Bond van Plattelandsvrouwen
afd. Heemstede inzake plaatsen glasafval-bakken en tiîdschriftenbak
Rode Kruis.
Zonder hoofdelijke stemming wordt besloten de stukken, vermeld onder
de punten 7 t/m 9, on advies in handen van burgemeester en wethouders te
stellen.
10. Brief van C.D.A.-Vrouwenberaad Heemstede houdende bezwaar tegen af-
wijzing verzoek om subsidie.
Burgemeester en wethouders delen mede dat de comnissie voor de beroep-
schriften ingevolge artikel 7 van de Verordening behande'ing bezwaar-
schriften het C.D.A.-Vrouwenberaad Heemstede zaï horen op 25 juni a.s.
.De heer Van Emmerik vraagt in ieder geval de redaktie zodanig te doen
zijn dat er voor het nageslacht geen enkele twijfel kan ontstaan dathier
bedoeld wordt de datum 25 juni 1980.
Overeenkomstig het voorstel van burgemeester en wethouders wordt be-
sloten.