28 augustus 1980 277
Spreker heeft gelezen dat men ook in Haarlem bezig is, net name in
Schalkwijk. Hij hoopt dat ook die plannen straks ongezet kunnen worden
in twee tehuizen. De verenigingen die zich daar sterk voor maken en ook
geruggesteund worden door ouders van kinderen, doen daar zeer veel aan.
In dit verband refereert spreker ook nog even aan het terrein van de voor-
malige Jozefschoolwaar de gemeente inmiddels ook doende is iets derge-
lijks van de grond te krijgen. Hij heeft de duidelijke indruk dat wat dat
betreft van de kant van het gemeentebestuur alle medewerking wordt gegeven.
De heer Van Vlijmen deelt mede dat zijn fraktie in de commissie haar
instemming betuigd heeft met dit voorstel. Wat betreft de drie brieven die
hij op zijn tafeï heeft aangetroffen merkt hij op dat men natuurlijk zorg-
vuldig moet omgaan met het bebouwde erfdeel in Heenstede wil men het karak-
ter van dit woonoord niet al teveel aantasten. Het onderhavige pand op num-
mer 115 is naar zijn oordeel geen monument, maar het heeft toch wel een be-
paalde beeldondersteunende funktie in dat gebied en in die zin kan niet ge-
zegd worden dat het geen waarde heeft. Dan komt de afweging tussen het pand
dat men wil handhaven en het plan zoals dat is gepresenteerdSpreker denkt
dat als de argumenten zo liggen, als bij het plan dat gepresenteerd is en
waarvan ook naar de mening van zijn fraktie het gezinsvervangende tehuis
bij de beoordeling een zwaar gewicht in de schaal moet leggen, die afwe-
ging zodanig is dat het erop zou neerkomen dat de mogelijkheid van het ge-
zinsvervangend tehuis zou vervallen als het pand op 115 gehandhaafd moet
worden. Zij meent zich dan ook te moeten houden aan de meningsvorming die
in de commissie heeft plaatsgevonden. Het is echter wel zo dat de aanvra-
ger zelf natuurlijk zijn afweging zou kunnen herhalen en kennis zou kunnen
nemen van de mogelijk in te dienen bezv;aarschriften en ook kennis kan nemen
van de gevoelens die uit de brieven blijken. Spreker vindt dan vooral de
brief van de vereniging Oud Heemstede-Bennebroek een belangrijk gegeven,
waarmee de aanvrager misschien toch nog eens een heroverweging voor zich-
zelf zou kunnen doen. Maar spreker vindt niet dat dit in die zin moet wor-
den opgelegd en op de besluiten in de commissie moet worden teruggekomen.
Spreker merkt nog op dat men moet oppassen in situaties zoals deze zichnu
voordoen, dat ook de externe effekten daarvan toch in de besluitvorming
worden meegenomen. Hij is namelijk bang dat het plan dat nu ontwikkeid gaat
worden planologisch gezien een druk gaat uitoefenen op het rijtje witte
huisjes dat er staat vanaf nr. 115 in noordelijke richting. Er dient duide-
lijk een konditie te worden geschapen dat die huisjes in de toekomst ge-
handhaafd kunnen worden. Zulke overwegingen dienen door de gemeente en ei-
genlijk ook door de plannenmakers meer in de overwegingen tê worden betrok-
ken.
De heer K1inkert meent dat beide vorige sprekers duidelijk hebben weer-
gegeven waar in de commissie over gesproken is. Zijn fraktie is zelf van
mening dat het gezinsvervangend tehuis een bijzondere aangelegenheid is,
die zij graag wil ondersteunen. Inderdaad is het te betreuren dat het pro-
jekt alleen gerealiseerd kan v/orden in samenhang met de kantoorgebouwen.
Anderzijds is het zo dat vanaf de weg gezien toch alleen het eerste kan-
toorgebouw zichtbaar wordt, de rest ligt er achter. Hij is ook verheugd
dat het bomenbestand gespaard blijft en hij gelooft dat het geheel toch
niet ontsierend werkt.
Wethouder Willemse is verheugd dat de raad aan de stichting van het ge-
zinsvervangend tehuis een dergelijke waarde toekent dat men akkoord wil
gaan met het nemen van het voorbereidingsbesluit om het besterniingsplôn
ter plaatse te wijzigen.
Spreker is de heer Weeteling dankbaar dat hij het grote belang van het ge-