5e afd.
25 september 1980
98
"Dit doel tracht het CDA-vrouwenberaad te bereiken door:
a. het ontwikkelen van vormings- en emancipatie-aktiviteiten op lo-
kaai niveau;
b. het bij het partijbestuur van het CDA-Heemstede voordragen van
vrouwen voor funkties binnen en buiten de partij en in de politie-
ke vertegenwoordigingen;
c. het adviseren van het afdeiingsbestuur en de besturen van partij-
verbanden met betrekking tot de in artikel 3 sub a en b genoemde
onderwerpen"
Voorwaarde voor het iidmaatschap is het zijn van lid van het CDA (ar-
tikel 5). Niet-leden van het CDA kunnen aan bepaalde aktiviteiten van
de vereniging gedurende twee jaar deelnemen als aspirant-lid (artikei
7).
Artikel 10 luidt:
"Het CDA-vrouwenberaad wordt bij de uitoefening van zijn taak met raad
en daad terzijde gestaan door het CDA-bestuur Heemstede, ook wat be-
treft de financiële consequenties"
Artikel 11 bepaalt:
"De penningmeester van het bestuur van het CDA-vrouwenberaad legt jaar-
lijks verantwoording af van bet door haar gevoerde financieel beleid
aan de penningmeester van het CDA-bestuur Heemstede".
2. In haar brief van 14 februari 1980, waarin klaagster verzoekt om sub-
sidiëring van emancipatie-aktiviteiten in het kader van de tijdelijke
rijksbijdrageregelingworden als aktiviteiten genoemd: communicatie-
training, diskussie-techniek en gespreksleiding. Aan de communicatie-
training kan worden deelgenomen door leden en door "belangstellenden,
die in CDA-verband aan deze training willen deelnemen".
De te subsidiëren kosten zijn begroot op f 2.680, waarvan f 2.000,--
als vergoeding voor een aan het CDA verbonden andragologisch geschool-
de trainingsleider.
3. De afwijzing van het verzoek van klaagster om subsidie in de kosten van
de communicatie-trainingdiskussie-techniek en gespreksleiding v/ordt
door de raad in de brief van het college van burgemeester en wethouders
van 22 april 1980 als volgt gemotiveerd: