25 september 1980
101
Indien nog geen medezeggenschapscommissie bestaat, worden de ledenvan
de kiescommissie aangewezen door het hoofd van de tak van dienst.
3. Aan de kiescommissie wordt door het hoofd van de tak van diënst een
ambtelijk secretaris toegevoegd. Deze is geen lid van de commissie.
4. Het hoofd van de tak van dienst deelt de namen van de leden van de
kiescommissie en de secretaris terstond aan burgemeester en wethouders
mede.
Artikel 11.
0p de dag volgende op de in artikel 8, lid 1, bedoelde datum zenden burge-
meester en wethouders een gewaarmerkt afschrift van de kandidatenlijsten
aan de secretaris van de kiescommissie.
Artikei 12.
De kiescommissie zendt uiterlijk dertig dagen voor de verkiezing een af-
schrift van de kandidatenlijsten aan elk lid van het personeel en legtop
een voor het gehele personeel toegankelijke plaats de ontvangen gewaarmerk-
te afschriften ter inzage.
Artikel 13.
1. De ambtenaren ontvangen tien dagen voor de dag van de verkiezing een
oproepingskaart van de kiescommissie tot deelneming aan de verkiezing.
2. Burgemeester en wethouders verstrekken daartoe aan de secretaris van
de kiescommissie twintig dagen voor de dag van de verkiezing een opgave
met de namen van alle ambtenaren.
3. Gelijktijdig met de in het vorige lid bedoelde opgave stellen burgemees-
ter' en wethouders oproepingskaarten beschikbaar.
4. De oproepingskaarten zijn voorzien van een duidelijke steminstruktie.
5. De afschriften van de door de kiescommissie verzonden oproepingskaarten
worden samen met de in het tweede lid bedoelde opgave op de^dag van de
verkiezing gebruikt als stemregister.
Artikel 14.
1. Op de dag van de verkiezing verschaffen burgemeester en wethouders het
stembureau gewaarmerkte voorgevouwen stembiljetten.
2. Een stembiljet bevat dezelfde benaming als de kandidatenstellers hebben
vermeld op hun kandidatenlijsten, met onder elk de naam van de kandida-
ten in dezelfde volgorde als op de kandidatenlijsten.
3. Omtrent de volgorde van plaatsing van de kandidatenlijsten beslist het
lot. Burgemeester en wethouders doen de loting verrichten.
Artikel 15.
1. Iedere stemgerechtigde die aan de stemming deelneemt, ontvangt op de
dag van de stemming ter plaatse waar deze wordt gehouden een stembiljet
dat hij na invulling dichtgevouwen op de daartoe aangegeven plaats depo-
neert.
2, Geldig ingevuid is elk stembiljet waarop niet meer stemmen zijn uitge-
bracht door middel van aankruisen van namen op de daartoe bestemde plaats
2e afd.