25 september 1980
285
IV. Regionaal distributie-planologisch onderzoek. (volgnr. 95)
De heer Van Vlijmen lijkt het voor Heemstede een gunstige zaak om
voor dit bedrag een waardevol stuk informatie te verkrijgen. Zijn frak-
tie merkt daarbij op dat het misschien wel nuttig zal zijn die kosten te
blijven volgen, want dergelijke onderzoeken hebben nogal eens de neiging
in de loop der tijden uit de hand te lopen, zeker omdat dit onderzoek ge-
koppeld is aan onderzoeken in andere regio's. Als die andere aspekten gaan
entameren dan zal er in ieder geval aanleiding zijn om de kosten goed in
de gaten te houden. Het onderzoek zit naar de mening van sprekers fraktie
goed in elkaar. Zij vindt het vooral belangrijk dat er een onderdeel konsu-
mentenenquête in opgenomen is. Overigens leert de ervaring dat dit soort
onderzoeken en de prognoses die daaruit volgen, toch wel eens tot grote
misrekeningen kunnen leiden. Vele winkelcentra zijn op die manier opgezet
en van vele staan er grote gedeelten leeg. Er zijn namelijk veel faktoren
die in de praktijk een rol spelen, zoals een oliecrisis die misschien ook
nu vyeer op komst is of faktoren zoals bijvoorbeeld de invoering van het
minimum jeugdloon, die de produktie per vierkante meter enorm kunnen beïn-
vloeden. Er zullen nu dus op een goed moment gegevens op tafel komen. Poli-
tieke keuzen zullen echter door deze raad, door andere raden en door mis-
schien ook het gewest en provinciale staten, gemaakt moet.en worden. Een
d.p.o. is dus geen Haarlemmerolie voor de planologie. Het is echter wel
met de goede opzet die thans ter tafel ligt, een onderzoek waarvan men goe-
de informatie kan verwachten.
De heer Arnoldy wil namens zijn fraktie het betoog van de heer Van
Vlijmen ondersteunen. Aan de faktoren die aan een dergelijk onderzoek te
enen male ten grondslag liggen, kan de onderzoeker eigenlijk weinig doen,
omdat zich tijdens de rit omstandigheden en faktoren kunnen voordoeri die
in een onderzoek nu eenmaal niet in formules zijn'te verwerken. Deze on-
zekerheden niet onderschattende, meent zijn fraktie dat nochtans waarde-
volle gegevens uit het d.p.o. te verwachten zijn. Zij gelooft dat ook om-
dat het minstens wellicht een indikatie geeft, misschien zelfs houvast,
hoe het met onze plaatselijke winkelstand gesteid zal zijn in relatie tot
de invloeden die te verwachten zijn als gevolg van ortwikkelingen en ste-
debouwkundige aanzetten in de belendende gemeenten, die zodanig dicnt bij
ons gesitueerd zijn dat Heemstede daar natuurlijk het effekt, zowel gunstig
als ongunstig, van zou kunnen ervaren.
Een tweede konklusie die daar wellicht uit te halen is, is de vaststelling
aan welke vierkante meter vloeroppervlakte voor de kapaciteiten van de be-
drijven dan moet worden gedacht waarbij daarna dan ook nog een antwoord ge-
geven zou kunnen worden op de spreiding van de branches die eigenlijK ge-
wenst zou zijn. Als men die faktoren op een rij heeft staan dan is men er
nog lang niet, want ondernemingen die het niet zo goed doen krijgt men er
niet door weg, zeker niet als zij zelf menen dat zij bevredigend funktio-
neren. Anderzijds is de andere aktiviteit van de goede ondernemer versus
de minder geslaagde ook natuurlijk riiet in een formuie uit te drukken en
te berekenen, maar het is wel van enorme invloed ten opzichte van de waar-
de var. zijn vestiging. Dit zijn faktoren waar sprekers fraktie benieuwd
naar is. Op welke wijze komen die in het rapport misschien tot uitdrukking,
althans hoe zijn ze te vertalen in bruikbare gegevens?
Alle faktoren op een rij zettende, met alle wezenlijke twijfels die zij
aan de v/erkbaarheid en het gereedschap toch wel voelt, zegt zijn fraktie
t°ch "ja" tegen dit voorstelvooral als zij ziet dat de kosten voor de ge-
meente Heemstede in dit geval redelijk zijn, zeker in vergelijking tot de
totale investering van 540.000,-, zij het dat ook zij de kosten graag in
de gaten wil houden.