25 september 1980 287 bruikbaar geworden. Wel zou baar fraktie erop willen aandringen dat de gegevens, die dan jaarlijks opnieuw op tafel zullen komen op deze manier, voorzichtig gepubliceerd zullen worden opdat zoveel mogelijk vermeden wordt dat door wel of niet juiste of gekleurde informatie, bij de bevol- king de mening post vat dat een bepaalde school al bijna afgelopen is of dat een andere school zo goed funktioneert of in de lift zit. Wat de wijk west betreft wordt voorgesteld om de ontwikkeling met betrek- king tot de Berkenrodeschool af te wachten. Spreekster merkt daarbij op dat de scholennota een behoeftepei1ing naar de onderwijsvoorzieningen be- helst en een beeld geeft van de levensvatbaarheid van de scholen op dit moment en in de nabije toekomst. De aanbevelingen die aan de hand van de scholennota thans worden gedaan liggen dan ook in dat vlak. Niettemin is het zo dat er nu een duidelijk plaatje op tafei ligt waarin vele gegevens op een rij gezet zijn en als men dat allemaal ziet dan dringt toch lo- gischerwijs de vraag zich op, op welke manieren men als gemeentebestuur de bevolking op onderwijsgebied meer zou kunnen bieden dan thans het ge- val is en wat voor middelen daartoe ten dienste staan.Dat brengt haar fraktie op de veel gehoorde vraag waarom tot nu toe op qeen enkele Heem- steedse lagere- of kleuterschool met een continu-rooster wordt gewerkt. Op talloze plaatsen in Nederland wordt immers met succes met een derge- lijk rooster gewerkt. In grote lijnen zou dat betekenen dat de kinderen tijdens de lunchpauze niet naar huis gaan en 's-middags een half uur 3 kwartier eerder vrij zouden krijgen. Naar de mening van haar fraktie is genoegzaam aangetoond door de ervaringen elders in het land dat er be- hoefte bestaat aan een school met een continu-rooster en dat het praktisch gezien uitvoerbaar moet zijn. Haar fraktie doet daarom het voorstel in principe te besluiten tot de wenselijkheid van invoering van een continu- rooster op een lagere openbare Heemsteedse school gekoppeld aan een kleu- terschool en wel met ingang van het volgend schooljaar. Zij zou dit ge- beuren als een experiment willen beschouwen waarvan het resultaat na een nader vast te stellen periode bekeken zou moeten worden. Welke school daar- t°e het meest geëigend is kan uiteraard pas na overleg met ouders en leraren worden vastgesteld. Haar fraktie zou het meest voelen voor de invoering van een dergelijk rooster op de Berkenrodeschoolomdat de akkommodatie op die school optimaal is. Het is een prachtig nieuw schoolgebouw. Op de tweede plaats is het juist in de wijk west enigszins twijfelachtig of het poten- tieel op lange termijn nu juist net wel of net niet voldoende groot zal zijn om er twee scholen te handhaven. Zij vindt het een goede zaak, in verband ook met de spreiding van het openbaar onderwijs over de gemeente, dat klei- ne aantallen leerlingen van elders juist naar de scholen in west trekken, een effekt dat te verwachten is als de afstand naar school niet vier keer maar twee keer per dag zal worden afgelegd. Er zijn vele argumenten vöôr en tegen een dergelijk rooster. Als vöör kan genoemd worden: meer aaneengesloten vrije tijd voor de kinderen en daarmee gepaard gaande meer mogelijkheden voor buitenschoolse aktiviteiten en kon- takten; de ouders hebben daardoor ook minder versplinterde tijd; de kinde- ren gaan twee keer in plaats van vier keer door het verkeer - zij gelooft dat dit vele ouders moet aanspreken als men ziet op wat voor gronden men- sen hun schoolkeuze doen en de veiligheid daarbij ongeveer bovenaan staat - het feit dat maar twee keer gehaald en gebracht hoeft te worden bespaart tijd voor wegbrengers en ook voor ouderbrigades die het oversteken moeten beveiligen; de tijden zouden bovendien meer in overeenstemming zijn met het voortgezet onderwijs. Argumenten tegen zouden bijvoorbeeld kunnen zijn dat het kind halverwege de dag despanningen niet thuis kan afreageren; dat ouders en kinderendie het prettig vinden de gezelligheid missen van de lunch thuis; dat door de

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 5