COMMENTAAR OP DE DISCUSSIENOTA "MEDISCttE BEGELEIDING" VAN DE MEDEWERKERS VAN DE
GEMKENTE BIJ INSPRAAK-RONDE VAN 14 MAART 1980 TOT 2 APRIL 1980.
4. De samenwerking van de gemeente-arts met (de arts van de) B.G.D. stuit naar
de menmg van de D.C. op dezelfde bezwaren als de samenwerking met een andere
(huis)arts.
5. De D.C. acht een goede controle bij ziekraeldingen zeer gewenst.
I. Brandweer(doorgegeven door de commandant).
Hieromtrent bestaat geen comraentaar.
II. Politie(n.a.v. bespreking in de dienstcommissie)
AanwezigC.J.A. Couzijn, E.A.J. Groos, T.J.G. Helmink, S. v.d. Kooij,
C.M.M. Koppes en H.L. Schinkel.
1. BIz5, punt V.B.: "totaal-pakket"moet dit niet zijn "betaal-pakket"?
2. Vergelijking G.A.K. - G.G. en G.D. voorbarig; naar de mening van de dienst-
comraissie doet de G.G. en G.D. zowiezo meer.
3. De D.C. acht tegenstrijdigdat de gemeente-arts minder uren wil gaan besteden
en het voorgestelde alternatief, dat deze een aanvullende taak zou hebben
op de bedrijfsgeneeskundige dienst.
Bij de politie bestaat naar de mening van de D.C. behoefte aan periodiek
geneeskundig onderzoek vanaf 30 jaar, waarnaast een tweejaarlijks röntgen-
onderzoek.