C. ontwikkeling sociaal beleid:
Tevens zal de b.m.w. er vanuit zijn "invalshoek" een bijdrage moeten leveren
aan de ontwikkeling van het sociaal beleid binnen het gemeentelijk apparaat.
Hieronder wordt verstaan, dat de b.m.w.'er niet alleen mede—uitvoering
geeft aan het sociaal beleid, maar ook mede-beleidsadviserend optreedt.
Voorbeelden voor deze beleidsadvisering vanuit de eigen "invalshoek" kunnen zijn
1. Het mede-adviseren over volledige of gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid.
2. Ditzelfde bij herplaatsing na arbeidsongeschiktheid.
3. Advisering over en mede-uitvoering van de begeleiding van oudere werknemers
met het zicht op komende pensionering.
4. Benodigde mankracht, alternatieven en keuze:
Uit bovenstaande (en met name vanuit pnt A en C) concludeert de werkgroep, dat
met deze funktie iemand belast moet worden, die een op de funktie gerichte
studie op Hoger Beroepsonderwijs-niveau heeft gevolgd.
Met betrekking ^tot de omvang van de funktie, bestaan er verschillende normen.
De meest aanvaarde norm is die van b.m.w.'er op 1000 personeelsleden.
Voor een gemeente met de omvang van de gemeente Heemstede betekent deze norm,
dat in elk geval een b.m.w.'er voor de helft van de voiledige werktijd beschikbaar
dient te zijn. Alternatievenwaaraan gedacht kan worden bij de keuze van het
aantrekken van een b.m.w.'er zijn:
1. een medewerker van de afdeling financiën en personeelszaken ten dele vrijmaken
om bedrij fsmaatschappelijk werk te verrichten.
2. het bedrijfsmaatschappelijk werk ten behoeve van personeelsleden in dienst van
de gemeente uitbesteden âan een instelling voor maatschappelijk werk.
3. het aanstellen van een b.m.w.'er voor een gedeelte van de volledige werktijd,
al dan niet samen met een plaatseiijke insteiiing (Hartekamp, Meer en Bosch,
Diaconessenhuis o.i.d.) of met een nabijgeiegen gemeente (Bioemendaai, Hillegom,
o.i.d.
Alternatief 1 kan ons inziens niet uitgevoerd worden, enerzijds omdat de aanwezige
mankracht nodig is voor andere werkzaamheden, anderzijds omdat er niemand aan-
wezig is die voldoet aan de gestelde opleidingseis
Alternatief 2 biedt naar onze mening geen oplossing, omdat bedrijfsmaatschappelijk
werk een verbijzondering is van algemeen maatschappelijk werk, waarvoor zoveel
speciale kennis noodzakeliik is dat dit niet samen kan gaan.
Alternatief 3 biedt naar onze mening dan ook de beste mogelijkheden tot welslagen.
Wel zal nog onderzocht moeten worden of dit een b.m.w.fer in eigen dienst of
samen met een andere gemeente of instelling zal moeten zijn.
Dit zal onder meer afhangen van de praktische mogelijkheden die zich voordoen.