330
30 oktober 1980
wikkeld eigenlîjk al wel duidelijk is geworden dat er wat ervaring nodiq
îs met net gaan werken op de wijze zoals nu wordt voorgesteld. Men kan
totaal verschillende situaties hebben. Er kan sprake zijn van een tank
die în eigen grond zit en waar vandaan dan een leiding loopt naar een
tappunt dat zich boven gemeentegrond bevindt. Wat is dan eigenlijk het
uitgangspunt, want er is in de regel sprake van meerdere tappunten, dus
în het geval dat er zes tappunten zijn waarvan er zich ëén bevindt op
gemeentegrond en de overige vijf op eigen grond, dan is het een volkomen
redehjk uitgangspunt om te veronderstellen dat alleen dat gedeelte van
de totale omzet, dat via dat gemeentelijk kanaai gaat, belast wordt. In
îeder geval moet men vaststellen dat dit de bedoeling is van deze veror-
dening, te weten een belasting te heffen naar evenredigheid van het ge-
bruik van de gemeentegrond. Wat betreft de kwestie dat bedrijven zich
misschien in ongelijke mate getroffen kunnen voelen in de uitwerking van
deze verordeningzegt spreker dat dit moeilijk ontkend kan worden.
De huisvuilrechten zijn genoemd, men zou ook de onroerend-goedbelasting
kunnen noemen, die tenslotte alle burgers van Heemstede raakt, bedrijven
en geen bedrijven en zokan men nog wel een paar voorbeelden noemen.
Men kan in de gemeentelijke belastingheffing in zijn algemeenheid reke-
mng houden met economische situaties, maar als men dat gaat toespitsen
op îndividuele gevallen, dan wordt dat een heel moeilijke zaak.
Daar kan men vrijwel niet aan beginnen. Het uitgangspunt moet dan toch
zijn dat men dus in die zin ook voor iedereen gelijke omstandigheden
schept, dat men ook de grond die in gebruik is gelijkwaardig en gelijke-
lijk belast. De heer Arnoldy heeft gezegd zich daar in het verleden niet
dij betrokken. te hebben gevoeld. Spreker wijst erop dat vorig jaar zeker
în de financiële commissie de zaak van de overeenkomst met Mobil Oil uit-
M°k^i9n-? hesproken, waarbij hij ook de mededeling van het verlangen van
Mobil Oil naar gelijke behandeling in de gemeente heeft gedaan.
De voorzitter brengt het voorstel thans in stemming. Uitgebracht wer-
den 13 stemmen voor en 8 stemmen tegen het voorstelzodat het werd aan-
vaard.
Tegen het voorstel stemden de heer Klinkert, mevrouw Van der Pas, de heer
Van Item, mevrouw Snoep, de heer Albrecht, mevrouw Bierman en de heren
Arnoldy en Reeringh.
XVII. Vaststeliing verordening huisvuilrechten. (volgnr. 120)
De heer Van Amerongen brengt naar voren dat de invoering van de rol-
emmer in dit voorslel zijn sporen nalaat, waarover zijn fraktie tevreden
îs. Ten eerste ziet men dat er nu met een gedifferentieerd tarief gewerkt
kan gaan worden. Voorheen moest iedereen - Dijvoorbeeld over 1980 -/8,70
per maand betalen voor het ophalen van huisvuil, of men nu één, twee of
drie emmers aanbood. Nu komt er een tarief voor een grote emmer en een ta
rief voor een kleine emmer. Daar is zijn fraktie blij mee, want zij is er
altijd een voorstandster van geweest dat er een gedifferentieerde tarief-
struktuur zou komen. Het heeft ook financiële voordelen, want door de in-
voering van de rolemmer behoeft het tarief dat nu gaat gelden voor de gro-
te emmer slechts met 3J% omhoog en gaat zelfs het tarief voor de kleine
rolemmer ten opzichte van wat men nu moet betalen met zo'n 20% omlaag.
e financiële voordelen strekken ook verder dan de gemeentegrenzen, want
°°k de gemeente BennebroeK blijkt er een groot financieel voordeel aan
°ver te houden. Toen de rolemmer uitgezet werd moesten de bewoners kiezen
tussen een kleine en een grote emmer. Toen is wel medegedeeld dat er voor
de grote emmer waarschijnlijk wat meer betaald zou moeten gaan worden dan
voor de kleine, maar de tarieven zelf waren nog niet bekend. Gegeven het
feit dat men nog een jaar de tijd heeft om van emrner te wisselen lijkthet