318
30 oktober 1980
wij geen aanleiding om de bij de verleende bouwvergunning gestelde eis
inzake het schilderen van de buitengevels te laten vervallen
Eén lid van ons college deelt dit standpunt niet.
De voorzitter deelt mede dat de kwestie van het wit schilderen van
de panden aan de Molenwerfslaan in de commissie is geweest en heeft ge-
leid tot het unanieme advies aan het college om de voorwaarde van het
wit schilderen in te trekken. Dat advies heeft vandaag onderwerp van
beraadslaging in het college uitgemaakt en de uitkomst daarvan is dat
de meerderheid van het college inderdaad van oordeel is dat het een goe-
de zaak zou zijn die voorwaarde te laten vervallen. De minderheid van
het college, bestaande uit de heren Willemse en Reeringh, blijven op
het standpunt staan dat dit niet verstandig zou zijn en dat dit niet zou
moeten gebeuren.
De heer Borghouts is blij dat de meerderheid van het college zich
achter het advies van de raadscommissie heeft geschaard. Toch wil een
aanzienlijk deel van het college handhaven dat de panden aan de Molen-
werfslaan 38-42 voor een deel wit geschilderd worden. Daarom wil spre-
ker toch nog inhoudelijk op de brief van mevrouw Kuin ingaan, omdat hij
niet weet hoe de raad hierover oordeelt. Verder denkt hij dat een praat-
je hierover misschien nog tot unanimiteit in de raad kan leiden.
Sprekers fraktie heeft in maart ondersteund dat de brief van mevrouw
Kuin, waarin zij verzocht te worden ontheven van de verplichting tot wit
schilderen van haar pand aan de Molenwerfslaan, gestuurd zou worden naar
de Stichting Noordhollandse Welstandscommissie en daarbij gesteld dat
dit zal kunnen helpen over een paar maanden een beter besluit te nemen.
Het moet hem van het hart dat na lezing van het advies van de Stichting
Noordho11andse Welstandscommissie die verwachting in ieder geval niet
is uitgekomen. Het advies is pover. Er worden een viertal overwegingen
in het advies genoemd. Een tweetal overwegingen geeft alleen aan wat er
in het verleden is gebeurd, een derde overweging is dat een welstands-
commissie een deskundig college is en wensen van bewoners niet als zo-
damg beschouwd kunnen worden - bewoners zijn niet deskundig - terwijl
een vierde overweging is, dat is een inhoudelijke overweging, dat het
schilderwerk van de voor- en achterverdiepingsgevelsgezien het ont-
werp en de detaillering, beschouwd moeten worden als een wezenliik on-
derdeel van het projekt.
Als men dat leest dan ziet men dat in aile voorgaande stukken steeds
weer diezelfde overweging terugkeert: het is een wezenlijk onderdeel
van het projekt dat delen van de voor- en achtergevel wit geschilderd
worden. Onderbouwing is er in geen van de stukken bij, hetgeen de vraag
doet rijzen waarom het dan wel zo'n wezenli jk onderdeel is. Vanwege het
toegepaste materiaal dat onder verf moet verdwijnen, het ziet er kenne-
hjk met zo mooi uit, of vanwege de omgeving die in lichte kleur oprijst
of vanwege de scheve verhoudingen in de panden zelf die door een kleur
kunnen worden gecorrigeerd? Sprekers fraktie weet het gewoon niet en zij
acht deze gang van zaken teleurstellerxd. Zij is van mening dat er geen
dwingende eis van welstand aanwezig is die noodzaakt tot het opleggen
van de verplichting de drie huizen aan de Molenwerfslaan 38-42 gedeelte-
ijk licht te kleuren. Zij sluit zich dan ook aan bij de meerderheid van
het college en zij verzoekt het college daar uitvoering aan te geven.
Tenslotte vraagt spreker of het college zich al naar aanleiding van de
derde alinea van het advies van de Stichting Noordhollandse Welstandscom-
missie heeft beraden. Indie alinea wordt de aandacht gevraagd voor het
feit dat volgens de huidige beschikbare jurisprudentie geen bouwvergun-