320 30 oktober 1980 gevel aan het schilderen is, dat is dus het spiegelbeeld, het college wil het niet en betrokkene wel. Het geheel is echter 20 lelijk dat de bewoners uit de omgeving het college al van verschil lende kanten bena- derd hebben met de vraag hoe dit nu mogelijk is. Dan is het antwoord van het college: welstandscommissie, wat is uw oordeel daarover? De welstandscommissie is unaniem van oordeel dat dit niet kan. Dus het college maakt ook wat dat betreft gewoon gebruik van de welstandscommis- sie. In het onderhavige geval is de gang van zaken als volgt geweest. Er is een open stukje grond, waarop iemand een paar woningen wil bouwen en die dan met wat schetsontwerpen in de welstandscommissie komt. Het komt niet al te veel voor dat het meteen een geslaagd ontwerp is. Daar- over wordt dus gesproken, er worden wat "aangevertjes" aan zo'n architekt gedaan, die terug gaat en weer eens terug komt. Uiteindelijk was naar de mening van de welstandscommissie het ontwerp alleen maar aanvaardbaar als de bovengedeelten van de drie woningen, zowel aan de voor- als aan de achterkant, wit geschilderd zouden worden. Spreker treedt niet in een motivering daarvoor, daar is hij niet deskundig voor."Dit zijn drie des- kundige architekten, die unaniem tot de konklusie kwamen dat het totaalr ontwerp alleen op die voorwaarden aanvaardbaar was. Daarnee gingen de architekt en de bouwer akkoord. De bouwvergunning werd dus afgegeven in- klusief die voorwaarde. Dan is het huis nog niet klaar, men gaat het dan verkopen - de kopers wisten dat deze voorwaarde nog vervuld moest worden - want een bouwer probeert natuurlijk een huis in een zo vroeg mogelijk stadium te verkopen. Dus het duurde enige tijd voordat het hele huis uit- eindelijk klaar was. Toen het helemaal gereed was vonden de kopers het jammer dat ze het wit moesten schilderen. Zij hebben toen gevraagd of het college die voorwaarde wil laten vallen. Het college heeft dat verzoek doorgestuurd naar' de welstandscommissie. Die bekeek de panden voor en ach- ter, bekeek het van afstand en van dichtbij, ging weer terug, besprak de zaak weer en na ampele overweging bleven de leden unaniem bij het stand- punt dat dit ontwerp alleen maar in zijn totali'teit een goed ontwerp zal zijn als het wit schilderen plaatsvindt. De kopers legden zich daar niet zo snel bij neer, waarna het moment kwam dat het college advies vroeg aan de Hoordhollandse Welstandscommissie. Ook spreker betreurt dat die commissie niet ter plaatse is komen kijken, maar haar advies heeft gegrond op alle stukken die ze van het college ge- kregen hebben, dus ook alle stukken die in de welstandscommissie in Heem- stede de revue hebben gepasseerd. Dat de motivering van de Noordhollandse commissie niet onderbouwd is, daarover kan men verschi 11 end denken. Als deze commissie alle stukken bestudeerd heeft en tot een bepaald advies komt, dan vindt spreker dat het niet aangaat om te zeggen: dat advies is niet voldoende onderbouwd. Men vraagt als het ware een arbitrage en dan moet men naar zijn mening ook bereid zijn de uitspraak van zo'n arbitra- gecommissie te aanvaarden. De heer Borghouts heeft ook gewezen op de laat- ste alinea's uit het advies. Inderdaad waren voorheen aanvragen tot be- langrijk schilderwerk, waaronder ook gevels behoren, tevoren aan het oor- deel van de welstandscommissie onderwgrpen, die daar ook advies over uit- bracht. Daar is jurisprudentie over verschenen, waarbij is uitgemaakt dat het van tevoren advies vragen aan de welstandscommissie over schilderwerk geen dwingende eis is, maar als iemand zijn huis kakelbont zou gaan schil- deren, hetgeen in strijd is met alle vormen van esthetica of wat dan ook, dan is er zeker wel een mogelijkheid om hiertegen op te treden, namelijk in het kader van artikel 310 en artikel 25 van de Woningwet. De Noordhollandse Welstandscommissie adviseert nu om verstandig te zijn want nieuwe huizen die later bewoond worden en al of niet naar eigen keus

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1980 | | pagina 6