25 februari 1981
36
inrichtingen van wijken en andere ruintelijke ordeningsprojekten waarbij
de inspraak vaak van groot nut kan zijn voor de meningsvorming van de
raadsleden, de tijd die ligt tussen het houden van de inspraak en de be-
sluitvorming in de raad, zo kort mogelijk wordt gehouden. De motivatie
van insprekers kan daardoor wellicht optimaal worden gehouaen ter voorko-
ming van het omslaan naar demotivatie indien er een te lange tijd ver-
loopt tussen inspraak en besluitvorming en misschien ook wel uitvoering.
T°t slot moet ook bij insprekers duidelijk zijn dat inspraak niet gelijk
staat met besluitvorming. De uiteindelijke besluitvorming zal altijd plaats
vi nden i n de raad
De heer Van Amerongen sluit zich aan bij wat de heer De Jong heeft gezegd
over het moment van inTpraaK en het daarop volgend tijdstip van besiuitvörT"
ming. Hij merkt op dat de nota een goed overzicht geeft van de verschillen-
de inspraakmodenen die in Heemstede kunnen worden toegepast, variërend van
het spreekrecht gedurende twee minuten bij commissievergaderingen tot deel-
name van burgers in werkgroepen met ambtenaren. Belangrijk wordt de vraag
welke modellen in welke gevallen in de praktijk toegepast gaan worden.
Een stuk theorievorming, neergelegd in de uitgangspuntennota inspraak,
biedt nog geen garanties dat ook werkelijk de inspraakmogelijkheden voor dp
burgers zullen verbeteren. Hij beschikt in ieder geval thans niet over aan-
wijzingen in die richting. Het tegenovergestelde lijkt de laatste tijd eer-
der het geval s met name als net gaat om de inspraak van grote 'projekten in
de gemeente. Nu zijn fraktie ook recentelijk ervaring heeft mogen opdoen
met de gehouden hoorzitting voor de Binnenwegplannen, vraagt zij zich af
of de daar aanwezige burgers die avond naar huis zijn gegaan met het gevoel
echt te hebben kunnen inspreken. Of was de situatie niet zodanig dat men
met verder kon komen dan een stuk stoom afblazen in de richting van de ge-
meentebestuurdersWel amusant om mee te maken, maar tot veel resultaten"
leidt het waarschijnlijk niet. Sprekers fraktie heeft al eerder haar twij-
fels geuit over dit soort hoorzittingen als het gaat om grote belangrijkë
projekten als de Binnenweg. Zij heeft het idee aat nen in het verleden"meer
op de goede weg heeft gezeten, waarbij zij met name denkt aan de wijze waar-
op de inspraak in 1974 georganiseerd is geweest bij de vaststelling van de
uitgangspunten voor de ruimtelijke inrichting van de Binnenweg en ook de in
1977 plaats gevonden hebbende eerste inspraakronde voor de Indische wijk.
Daar werd in niet al te grote gespreksgroepen een echte overlegsituatie
gecreëerdhetgeen toch niet gezegd kan worden van de "happening" van vori-
ge week. Haar idee ook om de inspraak te laten leiden door een onafhankelij-
ke voorzitter was verbonden met het werken met gespreksgroepen, opdat zo-
veel mogelijk de voorwaarden aanwezig zouden zijn - zoals het ook in de
uitgangspuni.ennota staat - te komen tot gezamenlijke en openbare meningsvor-
ming. Een onafhankelijke voorzitter, die een hoorzitting van het gemeentebe-
stuur leidt, is toch wel iets anders dan sprekers fraktie toen heeft bedoeld
Sprekers fraktie wil geen kritische kanttekeningen plaatsen bij de nu voor-
1iggende nota - daar kan zij zich goed in vinden - maar haar kritiek richt
zich op de werkelijke gang van zaken de laatste tijd. Daarbij moet ook ge-
zegd worden dat zij de sterke indruk heeft dat bij kleinschaliger projekten,
zoals de verbetering van de woonomgeving van de Kadijk en Talmastraat, de
inspraak wel goed is gecrganiseerd en naar aller tevredenneid is verlopen.
Daar hebben de bewoners duidelijk de gelegenheid gekreger, hun ideëen in de
planontwikkeling in te brengen. En dat juicht zij toe, want inspraak mag
wat haar betreft, als het gaat om zaken als de verbetering van de eigen
woonomgeving best in belangrijke mate de sporen van meebeslissen gaan draaen.
Met het vaststellen van deze uitgangspuntennota is nog niet vastgelegd weïke
inspraakmodelen gehanteerd zullen gaan worden. Per plan of projekt zal daar-
voor een nader besluit moeten worden genomen. En die nog te nemen besluiten