4e afd. 26 maart 1981 37
Dit verbod geidt niet indien en voorzover het in strijd is met een wet,
een algemene maatregel van bestuur of een provinciale verordening.
2. Indien strikte toepassing van het verbod vervat in lid 1 leidt totniet
door dringende redenen te rechtvaardigen beperkingen van het meest
doelmatige gebruik, verlenen burgemeester en wethouders vrijsteiling
van dat verbod.
3. Een vrijsteiling als bedoeld in lid 2 wordt niet verleend, dan'nadatde
Commisse voor ruimtelijke ordening en volkshuisvesting is gehoord en
dan nadat belanghebbenden gedurende 30 dagen gelegenheid is geboden om
tegen het voorgenomen andere gebruik schriftelijk bezwaren in te dienen
Van het voorgenomen andere gebruik en de mogelijkheid voor belanghebben
den daartegen bezwaren in te dienen geven burgemeester en wethouders
kennis aan de eigenaren en gebruikers van de aangrenzende gronden en
bouwwerken en openbare kennis in één of meer dag- of nieuwsbladen die
in de gemeente worden verspreid.
Artikel 15 Gedeeitelijke vernieuwing of verandering var. bestaande bouw-
werken.
Bestaande bouwwerken, die hetzij door hun bestaan als zodanig, hetzij
door hun afmetingen niet voldoen aan de bestemmingen van het plan of
aan één of meer bepalingen dezer voorschriften, mogen gedeeltelijk wor-
den vernieuwd of gedeeltelijk worden veranderd met dien verstande dat:
a. vernieuwing of verandering van bouwwerken ten behoeve van een voorge-
nomen ander gebruik slechts is toegestaan indien ook dat andere gebruik
overeenstemt met de bij dit plan aan de grond gegeven bestenming of
althans de strijdigheid_met die bestemming niet groter wordt;
b. reeds bestaande afwijkingen van de bepalingen van dit plan, ook naar
hun aard, niet mogen worden vergroot.
Artikel 16 Herbouw na calamiteit.
1. Bouwwerken als bedoeid in artikel 15 mogen - behoudens onteigening
overeenkomstig de wet - in geval van verwoesting ten gevolge van een ca-
lamiteit geheel worden herbouwd met dien verstande dat het bepaalde in
artikel 15 onder b op overeenkomstige wijze van toepassing is.
2. De vergunning voor deze herbouw wordt slechts verleend indien de aan-
vrage daartoe is ingekomen binnen 3 jaren nadat het bouwwerk is teniet
gegaan.