26 maart 1981 37
vervallen, medewerking willen verlenen. Gezien het vorenvermelde, ware,
vöör de tervisielegging van dit plan nader overleg te plegen met het
hoofd van de afdeling WX (ir. M. de Water) van mijn dienst (tel. 319376).
Overigens verwijs ik nog naar mijn brief van 6 november 1975 nr. RG/WX
24229."
Met betrekking tot de samenvoeging van de in- en uitrit van "Ipenrode"
met de in- en uitritten van het plangebied op de Herenweg is overleg
gevoerd met de eigenaren van het landgoed "Ipenrode".
Voorts is dienaangaande overleg gevoerd met de heer ir. H.C. Heuvelink
van de dienstkring Haarlem van de Rijkswaterstaat.
g. Hoofdingenieur-Direkteur van de Provinciale Waterstaat van Noord-Hol-
land.
Bij brief d.d. 27 april 1978 heeft de Hoofdingenieur-Direkteur van de
Provinciale Waterstaat van Noord-Holland bericht dat het ontwerp-bestem-
mingsplan hem geen aanleiding geeft tot het maken van opmerkingen.
h. NVNéderlandse Gasunie.
Bij brief d.d. 2 maart 1978 is namens de N.V. Nederlandse Gasunie een
tweetal opmerkingen gemaakt. Hieronder volgen de opmerkingen alsmede de
reaktie daarop.
1. Het is ons gebleken dat een bij dit plan betrokken gasléiding van on-
ze maatschappij niet op de plankaart is aangegeven. Met het oog hierop
retourneren wij de plankaart met daarop in rood de leiding ingetekend.
Wij verzoeken u de plankaart te doen aanpassen."
De plangrenzen zijn veranderd; de gasléiding ligt daardoor buiten het
plangebied.
2. Tevens wijzen wij u erop dat de op de plankaart voorkomende toekomsti-
ge waterloop in strijd zal zijn met de veilige ligging van onze leiding.
Wellicht ten overvloede zij hierbij verwezen naar artikel 6 lid 2 van
het Gasleveringskontrakt.
De breedte van de bestemming water is zodanig aangepast dat een veilige
ligging van de gasleiding is gewaarborgd.
i. Landbouwschap, Gewestelijke Raad voor Noord-Holland.
Bij brief d.d. 14 december 1977 is door de adj. secretaris van het Land-
bouwschap, Gewestelijke Raad voor Noord-Holland medegedeeld dat het ont-
- 26 -
