54
26 maart 1981
zal bedragen, moet het aantal volgens de kaart behorende bij het raads-
besluit van 26 maart 1981, nr. 37, toegelaten woonhuizen met tenminste
één worden verhoogd. Woonhuizen met een inhoud van minder dan 300 m3 zul-
len zoveel mogelijk overeenkomstig de voorschriften worden gebouwd".
Het amendement houdt dus in dat als een woonhuis onder de 300 m3 gebouwd
wordt, dat niet zal kunnen gebeuren tenzij men er twee neerzet. 10 wonin-
gen zijn dus toegelaten, als men één daarvan onder de 300 m3 bouwt, dan
worden het automatisch 11 huizen. Als men er twee wil veranderen dan wor-
den het automatisch 12 huizen, enzovoort.
De heer Van Vlijmen begrijpt dat als er een huis van 299 m3 in datplan
gebouwd wordt, er dan volgens het voorstel van de heer Borghouts twee van
299 m3 gebouwd moeten worden.
De heer Borghouts antwoordt dat er niet 2 van 299 m3 gebouwd moeten wor-
den, maar dat er gewoon een huis bij moet komen. Een bouwer is verstandig
genoeg om, als hij enige huizen wil bouwen voor één- of tweepersoonshuis-
houdens, dan niet een huis te bouwen van 299 m3dan zal hij wel een huis
nemen van inhoud dat bestemd is voor de één- en tweepersoonshuishoudens.
De heer Van Vlijmen meent dat een tweepersoonshuishouding ook in een
woning van 299 m3 kan wonen. Er kunnen dus straks 20 woningen van 299 m3
staan.
De heer Borghouts denkt dat die konklusie mogelijk is. Vandaar dat in
het. col legeïïëraad ce tekst nog wat aangescherpt kan worden.
De voorzitter schorst de vergadering te 20.33 uur en heropent deze te
20.58 uur.
Wethouder Wi11emse antwoordt dat de oude bestemming inderdaad bos en
weiland was, maar er staat wel een fabrieksgebouw op, dat eventueel tot op
dit moment nog in werking zou kunnen zijn. Door omstandigheden zijn daar
thans geen aktiviteiten, maar dat kan morgen weer gebeuren. In het verle-
den zijn door omwonenden nogal veel bezwaren ingebracht tegen een fabrieks-
gebouw op die plaats. Op een gegeven moment ging de firma d'ie daar aktivi-
teiten pleegde, een groot deel verplaatsen naar een andere gemeente en
kwam er, zoals de heer Borghouts dat noemt, een spekulant. Spreker vindt
dat enigszins moeilijk, want een spekulant lijkt tegenwoordig een besmet
begrip te zijn. Hij zou het liever een bouwmaatschappij noemen die zich
bezighoudt met het bouwen van grote en kleine woningen. Hij wijst erop dat
diezelfde "spekulant" in Heemstede een vrij groot aantal uitsteker.de wo-
ningwetwoningen heeft gebouwd. Hij vraagt niemand om met verlies te werken
en is er niet van overtuigd dat elke maatschappij die winst maakt een vie-
ze maatschappij is. Deze bouwmaatschappijdie natuurlijk niet alleen kan
bestaan van het bouwen van woningen met waarschijnlijk een minimale winst,
soms misschien helemaal geen winst, moet ook proberen het bedrijf draaien-
ae te houoen door ook eens wat anders te bouwen. Zo viel het oog van deze
bouwmaatschappij in 1975 op het onderhavige perceeltrof een principe-
overeenkomst met de toenmalige eigenaar van dat terrein en wendde zich tot
de gemeente of het mogelijk was daar enige woonbebouwing te realiseren.
Natuurlijk betrof dit r.iet-gesubsidieerde bouw, omdat het een partikulier
stuk fabrieksterrein was, dat een bepaald bedrag moest opbrengen. Het was
voor de gemeente niet mogelijk om dat terrein te kopen en daar een trap-
veldje aan te leggen, omdat er op het moment dat daar een fabriek draaide,
die prijs ook voor de gemeente zonder meer dusdanig was dat aankoop onver-
antwoord was. De bouwmaatschappij wendde zich tot de gemeente, waarna zowel
van onze kant als van de kant van de bouwmaatschappij bij gedeputeerde sta-
ten en bij de P.P.D. geînformeerd werd wat de mogelijkheden daar eventueel