4 juni 1981
126
woners vertegenwoordigt, uit de bewonerscominissie moet komen. Ook daar
zet zij een vraagteken bij of dat in de eerste plaats wenselijk en in
de tweede plaats noodzakelijk is.
Verder zegt dat concept-reglement dat de bewonersccmmissies de bewoners
regelmatig inlichten over aktiviteiten welke zijn of worden ondernomen.
De vertegenwoordigers van sprekers fraktie hebben in de commissies ge-'
pleit die verplichting in de statuten op te leggen aan het bestuur.
Dat heeft geen genade gevonden. Nu legt datzelfde bestuur die verplich-
ting wel op aan de bewonerscommissies. De vraag komt dan toch boven waar
men mee bezig is. In feite wordt hier de demokratisering van de bewoners-
cornmissies geregeld. Dat is natuurlijk een goede zaak, maar waar blijv^n
de verplichtingen van het bestuur? Artikel 17, waarvan het ontwerp-regle-
ment een uitvloeisel is, verplicht in de eerste plaats de verhouding be-
stuur - bewoners te regelen en niet in de eerste plaats de verhouding be-
wonerscommissies - bewoners.
Als volgend voorbeeld haalt spreker aan dat de vergaderlngen van bewoners-
commissies, weer volgens datzelfde concept-reglement, als regel in het open
baar moeten worden gehouden. Ook dat is een goede zaak. Maar toen zijn frak
tie in de commissies verzocht om dat ook ten aanzien van bestuursvergaderin
gen in de statuten vast te leggen, werd het afgewezen.
In aprii vorig jaar stond er een ingezonden brief in het Haariems Dagbiad
van de secretaris van de federatie van woningbouwcorporatieswaarin onder
meer stond vermeld dat de woningbouwcorporaties al vanaf ongeveer 1974 bezi
waren met het demokratiseringsproces, het betrekken van de bewoners bij het
reüen en zeilen van de corporaties. Ais dit nu het resuitaat is van zo'n 6
7 jaar denken over demokratisering en het ermee bezig zijn, dan moet de kon
klusie toch iuiden dat men nog een iange tijd te gaan heeft.
Sprekers fraktie vraagt zo'n aandacht voor deze zaak in de eerste plaats
omdat zij teleurgesteld is over wat er tot nu toe is uitgekomen blijkens hel
concept-reglementIn de tweede plaats door het belang dat zij hecht aan de|
werkelijke zeggenschap van bewone-rs over hun woningen en omgeving. Huri wo-
ningen, niet die van het bestuur. In de derde plaats door de opdracht die
de P.H.-fraktie zichzelf al jaren stelt en die is ae middelen die haar als
raadsid ten dienste staan met name in te zetten voor degenen die niet de
sterkste positie in deze samenleving innemen.
Zij verzoekt het coilege op grond van het voorgaande, met name de wethouder
belast met de ruimteiijke ordening en voikshuisvesting, zich in verbinding
te steilen met het bestuur van de woningstichting en één en ander nog eens
door te praten en misschien is bij dat doorpraten in die procedure ook nog
een piaats weggeiegd voor de commissie ruimtelijke ordening en volkshuis-
vesting. Tensiotte vraagt spreker hoe het staat met statutenwijzigingen
van de woningbouwverenigingen Berkenrode en h'eemstede's Belang. Zijn frak-
tie heeft tenminste vier jaar geleden al aangedrongen op statutenwijziaing
met het oog op de ministeriële beschikkingen en wijzigingen van de Wonïng-
wet, die in 1977 ai hebben plaatsgevonden. Spreker wijst daarbij ook op
subdoelstelling 3.33.07 in het beleidspian, waarin staat dat de' woningbouw-
corporaties gestimuleerd zullen worden om de huurders aktief bij het funk-
tioneren van de corporaties te betrekken.
De fraktie van de heer Van Vlijmsn kan voor een groot deei de woorden
van de heer Klinkert onderschrijven. Inzake de door de heer Borghouts naar
voren gebrachte aspekten zegt spreker dat het uiteindeiijk wel zo is dat
het bestuur van de Nederiandse Spoorwegen iets ar.ders is ais de verenioing
van passagiers. Wat hier geregeid wordt is voor de bewoners een inspraak of
een demokratiseringeen invloed op het beleid, maar niet het overnemen van
dat beleid. Hij vraagt aandacht voor artikel 3, punt 2, waarin niet staat