2e afd. 27 augustus 1981 83 BIJLAGE BIJ DE MOTA WERVING SELEKTIE Opmerkingen van de raadscommissie voor Personeelsaangelegenheden. 1. De commissie zou bij de uitwerking graag zien, dat de procedure over- zichtelijk wordt weergegeven in een folder ten behoeve van sollicitan- ten en selekteurs. 2. Het wordt als een bezwaar ervaren wanneer de sol1icitatiepapieren van een sollicitant voor een andere funktie zouden worden gebruikt, zonder diens toestemming. 3. Enkele leden zien graag opgenomen, dat de funktie-eisen door P.Z. in overleg met de afdeling worden vastgesteld. 4. De commissie stelt nadrukkelijkdat interne kandidaten een voorkeurs- positie behoren te hebben bij de vervulling van een vakature. Dit mag echter niet uitmonden in het "doorschuiven" van medewerkers zon- der medeweten en inspraak van de afdeling. Indien er interne kandidaten (te verwachten) zijn, dan dienen dezen te reageren en vanaf dat moment eeri voorkeurspositie te bezitten. 5. Enkele leden zien voorafgaand aan de invoering graag een model van een te hanteren sollicitatieformulier. 6. Een deel van de commissie is van mening, dat ook medewerkers in de se- lektiecommissie zitting behoren te hebben. Een ander deel acht de voorgestelde procedure met een aparte afdelings- afvaardiging passender. 7. Een deel van de commissie is van mening, dat naast superieuren en onder- geschikten ook collega's bij de selektie betrokken behoren te worden. 8. Eén lid van de commissie is van mening datde zinsnede over de aanstel- lingop arbeidsovereenkomst niet juist is. Opmerkingen van het Georganiseerd Overleg. 1. Wellicht is duidelijker aan te geven dat de voorgestelde werkwijze is beschreven vanaf hoofdstuk I. 2. Het wordt wenselijk geacht dat duidglijker naar voren komt dat ook bij andere funkties als die van diensthoofd de afdelingsafvaardiging wordt samengesteld uit en door het personeel. 3. Het G.O. is van mening, dat interne kandidaten de voorkeur genieten, wanneer zij aan de gestelde funktie-eisen voldoen. -18-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 22