er bestaat van de kant van de medewerker om buiten de bestaande rege-
lingen meer faciliteiten te krijgen in b.v. keuze van werktijden, ver-
minderde werktijd, afbouw van of stoppen met onregelmatige diensten ôïï-
der verkrijging van een financiëie afbouwregeTing of iets dergeüjls.
Afhankelijk van de noodzaak welke wordt gezien vanuit andere overwegin-
gen (sociale, psychologischemaatschappelijke) door de andere gespreks-
partners kan hierover een advies worden uitgebracht aan het colîege van
B&W dat zo goed mogeiijk is afgestemd op de behoefte van de persoon en
de mogelijkheden van de afdeling.
6. Tot slot het deelnemen van oudere werknemers samen met hun echtgenoten(s
aan vormingsdagen "Pensioen in zicht", welke in Noord-Hoiiand worderi
georganiseerd door enkele vormingscentra in de volkshogeschool in Bergen.
De kosten hiervan zouden voor rekening van de gemeente moeten komen.-
Uit het bovenstaande blijkt al duidelijk het persooniijie karakter van de
begeieiding. Zowel het aantal als de inhoud van de gesprekken kan van
werknemer tot werknemer verschiilen. Het spreekt vanzelf, dat het verle-
nen van faciliteiten aan een werknemer altijd enig ongerief met zich
brengt voor collega's. Enerzijds zuilen dezen dit moeten accepteren van-
uit een gevoel van collegiaiiteit; anderzijds zal dit ongerief zo moge-
lijk tot het minimum beperkt dienen te worden om niet onder collega's
problemen te doen ontstaan (overwerktheid, ziekte, gespannen sfeer,
e.d.
V. ARBEIDSONGESCHIKTHEID/INVALIDITEITSPENSIOEN
Een probleem apart is de arbeidsongeschiktheid die ieidt tot invalidi-
teitspensioen. In praktijk komt dit veelal voor in samenhang met het
ouder worden. Het blijkt dat men in zo'n situatie geneigd is de ziekte-
toestand helemaal op zichzelf te betrekken en aan zichzelf te wijten.
Afkeuring is veelal ingrijpender dan pensionering. De periode van voor-
bereiding is meestal korter, terwijl deze plotseling aanvangt en vanwege
de arbeidsongeschiktheid vaak geen begeleiding mogeiijk is.
Vaak gaat de procedure van afkeuring in het gevoelsleven van de medewer-
ker gepaard met gevoelens van apathie, verdriet, agressie en dergelijke,
hetgeen uiteindelijk zal moeten leider, tot aanvaarding van en berusting
in de ontstane situatie. Deze gevoelens zullen zelfs nog versterkt wor-
den naarmate iemand langer in'dienst is bij de gemeente en daarom meer
energie en toewijding in de gemeente heeft geTnvesteerd en op grond daar-
van anders verwacht had.
Mogelijkhederi om dit te voorkomen, zijn onder meer:
1. Het bevorderen van goede werkverhoudingen.
2. Waar mogelijk taakveriichting en taakaanpassing.
3. Begeleiding via periodiek medisch onderzoek.
4. Reorganisaties zodanig begeleiden, dat ook bij voorbaat rekening
wordt gehouden met hun gevolgen voor het welzijn van de betrokkenen.
5. Begeleiding waar nodig door een bedrijfsmaatschappelijk werker.
VI. HERPLAATSING
Wanneer iemand langere tijd arbeidsongeschikt is kan hij door de work-
gever - bij voorkeur met zijn eigen instemming - worden voorgedragen
voor een pensioenkeuring.
Er zal dan een medische keuring plaatsvinden ter beoordeling van (de ma-
te van) al dan niet blijvende arbeidsongeschiktheid. Hieruit kan een
scala van uitsiagen voortvloeien, zoals: volledige afkeuring, gedeelte-
lijke afkeuring, herplaatsbare verklaring, e.d. welke in de A.B.P.-wet
nader zijn omschreven. Voordat hiertoe wordt besloten zal in de eerste
plaats uitgebreid en zorgvuldig aandacht moeten worden besteed aan de