27 augustus 1981 85
BODEMVERONTREINIGING IN DE WOONSCHEPENHAVEN
Heemstede4 augustus 1981.
Aan de raad,
Op verschillende plaatsen in ons land zijn de laatste tijd gevallen van
bodemverontreiniging door storten van chemisch afval geconstateerd.
In uw vergadering van 29 mei 1980 heeft u gevraagd of onderzocht zou kun-
nen worden of misschien ook in Heemstede, met name op de voormalige vuil-
nisbelt, sprake zou kunnen zijn van dit soort verontreiniging. Ook de mi-
nister van volksgezondheid en milieuhygiëne en het provinciaal bestuur
hebben aan de gemeentebesturen gevraagd om te onderzoeken of er in hun
gemeenten plaatsen zijn waarvan men weet of vermoedt dat daar chemische
afvalstoffen zijn gestort.
Het resultaat van het naar aanleiding hiervan uitgevoerde kleinschalige
onderzoek gaf aan, dat op een tweetal plekken in de tuinen behorende bij
de woonschepen zeer grote concentraties van gechloreerde koolwaterstoffen
met insekticidenwerking aanwezig waren.
Dit resultaat heeft ons aanleiding gegeven tot het formeren van een werk-
groep, die het naar ons oordeel noodzakelijk verder onderzoek zou moeten
begeleiden. In deze werkgroep, die onder voorzitterschap staat van de por-
tefeuillehouder milieuzaken, zijn vertegenwoordigd de inspektie van de
volksgezondheid voor de hygiëne van het milieu in Noord-HoIIand, de genees-
kundige inspektie voor de volksgezondheid in Noord-Holland, provinciale wa-
terstaat Noord-Holland, het bureau milieubeheer van het gewest Kennemerland,
de G-G- en G-D- te Haarlem en het gemeentelijk technisch bedrijf en de se-
cretarie. De bewoners van de woonschepen hebben wij zo spoedig mogelijk
van de eerste onderzoeksresultaten op de hoogte gebracht. Uit hun midden
1S een bewonerscomité gevormd, waarmee wij gedurende de gehele verdere
procedure alle te nemen besluiten hebben doorgesproken. Op deze wijze heb-
ben de bewoners de volle gelegenheid gehad hun ideeën en meningen op een
ook voor hen aanvaardbare wijze naar voren te brengen. Het nadere onderzoek
is uitgevoerd door het bureau milieubeheer en de rapportage hiervan is op
27 november 1980 aan ons college voorgelegd. Op advies van de gencemde
werkgroep en met instemming van het bewonerscomité hebben wij op 13 janu-
ari j.l. tot het volgende besloten: _1_