4e afd- 27 augustus 1981 85 een redelijke vergoeding voor dat meerdere. Hierbij wordt rekening gehouden met enerzijds een taxatie van het aanwe- zige en anderzijds de kosten van vervanging. Vo°r het herstel van de tuinen is een bedrag van 19.760,— uitgetrokken waarbij wordt uitgegaan van aanschaf van nieuw plantmateriaal via de ge- meentelijke plantsoenendienst ter vermindering van de aanschaffingskosten. Bij de verdeling van dit bedrag wordt uitgegaan van de geschatte waarde van de thans bestaande situaties. Bij de werkzaamheden zal o.i. bronbema- ling toegepast moeten worden. Oit betekent weliswaar een kostenverhoging van 104.400,--, doch wij menen, in navolging van de werkgroep, dat deze methode toch gehanteerd moet worden om te voorkomen, dat de restanten ver- ontreiniging die anders achter zullen blijven, vermengd zullen worden met de schone grond die na de verwijderingswerkzaamheden gestort zal gaan wor- den. Wij hebben ons beraden over de vraag, naar welke plaats de verontrei- nigde grond moet worden afgevoerd. Voorop staat de eis dat na verwijdering de kans minimaal moet zijn, dat men er nog mee in aanraking kan komen. De mogelijkheid is in principe aanwezig, dat de grond naar Duitsland kan worden afgevoerd door het bedrijf GMU. Het is ook mogelijk de grond min of meer definitief op de belt te storten, omdat ook dat een afgesloten terrein is waar onbevoegden niet mogen komen, terwijl de grond goed kan worden afge- dekt. Bij de eerste mogelijkheid, afvoer naar Duitsland, dient te worden aangetekenddat de grond slechts in droge staat vervoerd mag worden en dat de Duitse overheid toestemming moet verlenen. Dit zal in de praktijk bete- kenendat er in elk geval niet aan te ontkomen valt om de grond tijdelijk op de belt te storten. Het definitief storten van de grond op de belt dient tussen aanhalingste- kens gezet te worden, omdat dit dan zou gebeuren in afwachting van de tot- standkoming van een landelijk saneringsprogramma betreffende dit soort ter- reinen, waarmee echter nog vele jaren gemoeid kunnen zijn. Wij willen duidelijk stellen, dat beide mogelijkheden voor ons aanvaardbaar zijn, doch dat wij een voorkeur hebben voor afvoer naar Duitsland. Deze voorkeur houdt wel een hoog kostenbedfag in, zoals uit de voor u ter inzage liggende begroting blijkt 160.732, Het kostenaspekt (kosten van onderzoek én van het treffen van maatregelen) hebben wij reeds in een vroeg stadium bij de miiiister van vol ksgezondheid en mi1ieuhygiëne ep het provinciaal bestuur aangekaart. De minister heeft -4-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 64