4e afd. 29 oktober 1981 117 - 91 - Uit het onderzoek is gebleken dat het winkelvloerareaal gerekend vanaf 1976 in 1990 ca19730 m2 bruto bedrij fsvloeroppervlakte nodig heeft. Rekeninj' houdend dat thans reeds een aantal bouwaanvragen voor uitbrei- dingen en nieuwe vestigingen reeds gehonoreerd en gerealiseerd zijn is in overleg met de Provinciale Pianologische Commissie het maximale winkel- areaal tot 1990 vastgesteld op 2.1000 m2. Dit betekent ten opzichte van de situatie in 1576 een toename vari ca. 3700 m2. Bij een maximum van 300 m2 b.v.o. per'winkel betekent dit dat er ca. 12 nieuwe winkels geves- tigd zouden kunnen worden. Een belangrijk deel van het additionele areaal zal evenwel besteed vorden aan uitbreidingen van bestaande vestigingen. Een ander deeL zal kunnen worden gevonden in de woningen die krachtens de daarop rustende wijzigingsbevoegheid mede voor detailhandelsdoelein- den kunnen worden gebruikt Alvorens deze wijzigingsbevoegdheid ten be- hoeve van deze activiteiten te kunnen hanteren zijn Burgemeester en wethouders gehouden kennis te nemen van een lokaal gericht distributie planologisch onderzoek. Er dient rekening te worden gehouden met hinder die door de bedrijven in het plangebied kan worden veroorzaakt. Slechts de inrichtingen welke door hun aard toelaatbaar worden geacht tussen of onmi ddel.1 i jk naast woningen kunne.n in het plangebied worden toegestaan. Dit zijn de inrichtingen in categorie 1 en 2 van de bij de voorschriften behorende Staat van Inrichtingen. Inrichtingen van categorie 3 zijn daarentegen slechts toelaatbaar aan de rand van woonwijken. Tnrichtingen van categorie 4 dienen gescheiden Ue zj.jr. van de woonwijken b.v. door middel van groenstroken, plantsoenen of water. Inrichtingen welke door hun aard behoorlijk ver verwijderd moeten zijn van de woonwijken zijn ondergebracht i.n categorie 5. Een inventarisatie van de bestaande bedrijven (zie bijlage 2) geeft aan dat slechts een beperkt aantal in categorie 3 of 4 valt. Teneinde de nodige flexibiliteit te kunnen bereiken is in de voorschrif- ten een vrijstel1ingsbevoegdheid opgenomen ten behoeve van de vestiging van bedrijven genoemd in categorie 3. Er bestaat uit lioofde van de hin- der geen zwaarwegende redenen om de bestaande bedrijven vallende in ca— tegorie 3 weg te bestemmen. Bij het van kracht worder. van het plan worden deze bestaande bedrijven dan ouk geacht met vrijstelling te zijn geves- tigd. Bedrijv n in categorie 4 zijn in het plangebied niet toelaatbaar. Het wegbestemmen ervan lijkt voor de planperiode niet haalbaar. De gronden waarop deze bedrijven zijn gevestigd zijn dusdanig bestemd dat bij op- heffing c.q. verplaatsing van de becfrijven ook andersoortige bedrijven daar gevestigd mogen worden. De mogelijkheid soortgelijke. bedrijven ter plaatse te vestigen komt bij niet-directe opvoiging te vervallen. Op deze wijze wordt langs een natuurlijke weg" een sanering tot stand gebracht. Voor een bespoediging van zo1n proces bestaat vooralsnog geen aanleiding.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 128