117
97 -
4e afd.
29 oktober 1981
3. Ten behoeve van vlotte verkeersafwikkeling dienen eventuele
concentraties van parkeerplaatsen zoveel mogelijk gesitueerd
te zijn in de nabijheid van de aan- en afvoerwegen.
4. Anderzijds dient er te worden gestreefd naar een gelijk-
matige verdeling van de parkeerplaatsen die gerelateerd is
aan de te verwachten mate vau verkeer dat de centrumfuncties
met zich mee brengen en de bescfiikbare openbare ruimte.
Ook zal bij de detaiiiering aan de aanleg van de nodige
groenvoorzieningen moeten worden gedacht. Bomen en struiken
kunnen zeer bepalend zijn voor de ruimtelijke opbouw en
geleding alsmede de sfeer in het centruin. Zij kunnen
onder meer worden toegepast als afbakening tussen de
verkeersgebieden en de voetgangersgebieden.