117 - 103 - 4e afd. 29 oktober 1981 Voor een fasering naar plaats. d.w.z. bij voorbeeld eerst het noordelijke deel dan het zuidelijke deel, danwel andersom, zijn geen p1anoiogische redenen aan te wijzen. Het gaat hier om een planologische eenheid, d.w.z. het kernwinkelapparaatBinnen deze ruimtelijk begrensde eenheid is rekening houdend met stedebouwkundige aspecten, vastgesteld waar eventuele (nieuwe) winkelvestigingen zouden kunnen worden geprojecteerd. Een nadere fasering naar plaats wordt in dit kader niet nodig geacht. Met betrekking tot het door de Rijksconsulent vermelde "cirkelfront" kan worden opgemerkt dat het hier cm een zeer ongelukkige type-fout gaat, waardoor een geheel ander beeld wordt opgeroepen dan dat het college oorspronkelijk voor ogen heeft. Bedoeld wordt hier een aaneengesloten winkelfront als begeleiding van de voetgangerspassage van en naar het parkeerterrein aan de Blekersvaart- weg. üe beperking van cotaal 2.000 m2 aan bedrijfsv]oeroppervlakte op de bovenverdiepingen van detailhandelspanden is gebaseerd op de wens ora de vermenging van woon- en winkelfunctie in dit centrumgebied in stand te houden. Voorts is de voorkeur voor relatief kleinschalige bedrijven zowel in ruimtelijke als economische zin des woords, de reden oin een maximaal bedrijfsvloeroppervlakte per vestiging in te stellen. De ruime begrenzingen van de bestemming centrumvoorzieningen gecombineerd met de bepalingen voor de bestemming erf bieden aan de afzonderijke winkelvestigingen voldoende mogelijkheden de detail- handelsactiviteiten tot de begane grond verdieping te beperken. Er zijn thans evenwel 7 beririjven waar de bedrijfsuitoefening zich ook tot de bovenverdiepingen uitstrekken. Voorts kunnen op elf plaatsen bedrijfsactiviteiten op de bovenverdiepingen worden ontplooid. Het gaat hier om in totaal ca. 1000 m2 extra. Deze gevallen kunnen zonder bezwaar als uitzonderingen op de regel worden beschouwd.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 140