29 oktober 1981 4e afd. 117 4. Hoofdingenieur-Directeur, tevens Inspecteur van de Volkshuisveating Bij brief d.d. 18 september 1979 heeft deze instantie als volgt gereageerd "l'n antuoord op Uu bovenaangehaalde brief, uaarbij U mij het ontwerp- bestermrCngsplan "Binnenueg en omgeving" om voovovevleg toezond, deel ik U het volgende mede. Bij de beatemnring "Woondoeleinden categovie I" en "Woondoeleinden categovie II" valt het op, dat de op de kaavt aangegeven diepten van de bouustvoken veelal gvotev zijn dan de bestaande bebouuing. In de avtikelen 7, devde lid, sub g, en 8, devde lid, sub h, is de toegestccne hoogte van op te vichten bebouwing ovev een stvook van S metev gemeten uit de van de weg afgekeevde zijde van het bebouwingevlak beper-kt tot maximum 3 metev. Het begvip "bebouuingsvlak" komt- in de begvips- bepalingen van avtikel 1 niet voov; vevmoedelijk is hiev beaoeld het doov bestaande bebouuing ingenomen deel van de bouwstvook. De van ae weg afgekeevde zijde van het bebouwingavlak zou dan vevtoald kunnen wovden als de achtevgevel van de bestaande bebouwing. De vedxactie van de avtikelen 7 en 8 wave rnijns inziens te vevduidelijken, aangezien, ingeval ondev bebouwingsvlak het vlak doov de van de weg afgekeevde begvenzing van de bouwstvook zou moeten wovden vevstaan een wonderlijke situatie ontstaat. Op vevschillende plaatsen valt de gvens van de bouwatvook namelijk samen met de bestaande achtevgevel, zodat lettevlijke intevpvetaiie van het onderhavige voovschvift dan zou betekenen, dat een gedeelte van 2 meter diep van een beataand woonhuis - dat stellig hogev zal zijn dan de maximum toegestane 3 metev hoogte - stvijdig is met het vast te etellen plan. Het is niet aan te nemen dat dit Uw bedoeling is. Soovtgelijke situaties doen zich ook voov ingeval, tussen de aahtev- gvens van de bouwstrook en de bestaande achtevgevel, nrinder dan 3 metev vuimte is. Waav d.eze vuimte meev bedvaagt dan 3 metev ontstaat naav rrrijn mening de situatiedat het beetaande gebouw ovev zo'n 1 1,5 metev diepte ovev de volle hoogte van het pand zou mogen wovden uitgebveid en vevder over de volle bveedte maav dan 3 metev hoog. Het komt rrrij gewenat voov dat het een en andev nog eens nadev wovdt bekeken. Deze opmerking is kennelijk gemaakt als gevolg van onduidelijkheid over het "begrip "bebouwingsvlak" en in relatie daarwee over hetgeen bedoeld wordt met de betreffende regeling. Met hebouwingsvlak wordt bedoeld het bestemmingsvlak waarbinnen blijkens kaart en voorschriften gebouwen zijn toegelaten. In artikel 8 lid 3 sub g (nieuw) en artikel 9 lid 3 sub h(nieuw) wordt be paald dat gebouwen een hoogte van ten hoogste 3.00 m mogen hebben over ee breedte van 3.00 m gemeten uit de van de weg afgekeerde grens van het bebouwingsvlak bestemmingsvlak. - 104 -

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 141