4e afd.
29 oktober 1981
117
10. De Provinoiale Planoloyt3che Dienst
Door deze instantie is het plan met vertegenuoordigers van de gemeente
en haar stedebouwkundige adviseurs uitvoerig besproken. Dit heeft
geleid tot onderstaande resultaten.
Op 6 november 1979 vond een overleg plaats met de heer Visser van de
Provinciale Planologische Dienst van Noord-Holland over de juridische
aspecten van het bestemmingsplan. Dit heeft geleid tot de volgende
aanpassingen van de voorschriften
- de vrijstelling genoemd in artikel 2 lid 1 onder a is gekoppeld aan
de bezwarenprocedure van lid 2 van dat artikel;
- de redactie van artikel 7 lid 3 onder g is enigszins gewijzigd, zodat
de strekking daarvan duidelijker uitkomt; hetzelfde geldt voor een
soortgelijke regeling bij artikel8
- de vrijstellingsbepaling van artikel 9 lid 4 onder a, die het gebruik
als pension regelt, is verplaatst naar artikel 23;
- de genoemde maat in artikel 16 lid 3 onder e is gewijzigd in 30 m2.
Voorts reageerde deze instantie nog schriftelijk bij brj.ef d.d.
9 januari 1980 en wel als volgt:
"Het be8temmingsplan voor de Binnenueg en omgeving is reeds meer maten
tussen vertegenuoordigers van uu college en nrijn dienst besproken,
uaarbij de inhoud van het bestemmingsplan uitgebreid is bediaaussieerd.
Hierdoor sijn de opmerkingen - waaromtrent overigen3 geen gesahil van
mening bestaat - bij u bekend. Als aanvulling op de door mij ale zinvol
ervaren besprekingen ter zake kan dan ook worden volstaan met de
volgende kanttekening.
Het zou aanbeveling verdienen om de aanvullende notitie die door uw
stedebouwkundige adviseurs is opgesteld omtrent de mogelijke winkel-
ontwikkeling, in de toelichting bij het bestermingsplan op te nemen.
Hierbij zouden de uitkomsten van deze notitie (uitbreiding van het
winkelareaal met maximaal ca. 5.000 m2 bedrijfsvloeroppervlakte)
zodanig in het plan kunnen worden verwerkt dat overbewirikeling kan
worden voorkomen. Hierbij moet in aanmerking worden genomen dat bij het
berekenen van de uitbreidingsbehoefte 1976 als basisjaar is genomen,
terwijl ook bedacht moet worden dat voor een deel bij de bestaande
winkels mogelijkheden tot uitbreiding aanwezig zijn.
Ik adviseer u het vorenst-aande alsmede het eerder besprokene in het
plan te verwerken en, nadat de resultaten van het vooroverleg in de
toelichting zijn verwerkt, het plan ter beoordeling toe te zenden aan
de Subcommissie voor de Gemeentelijke Plannen.
Als gevolg van de besprekingen met de vertegenwoordigers van de P.P.D.
is in oktober 1979 een aanvullende notitie opgesteld omtrent de
mogelijke winkelontwikkeling. De notitie is mede gebaseerd op de
bevindingen van de Kamer van Koophandel voor Haarlem en omstreken van
1976.
115 -