29 oktober 1981
- 135 -
4e afd.
117
De factoren 14 en 5 kunnen nog geruime tijd werkzaara zijn. De
factoren 2 en 3 vinden hun natuurlijke einde: zelfbediening en
voorverpakking kunnen niet op alle producten worden toegepast.
b. Een afneraende vloerproductiviteit ontstaat door:
1. de noodzaak een steeds groter assortiment te voeren, voor de
uitstalling waarvan meer ruirnte nodig is;
2. de overweging dat men uit oogpunt van dienstverlening de kopers bij
voorkeur in een ruirae omgeving ontvangtzo worden de looppaden in
supermarkten steeds breder;
3. de vervanging van arbeid door ruimte: ter wille van een hogere
arbeidsproductiviteit neemt men genoegen met een lagere vloer—
productiviteitAnders geformuleerdde arbeidsproductiviteit kan
in bepaalde situaties alleen verder stijgen, indien het verkoop-
proces zich in een grotere ruimte afspeelt.
Gezien het huidige vrij hoge niveau van de vloerproductiviteit lijkt
het verantwoord om met enige daling daarvan rekening te houden. Dit
ontstaat doordat ondernemers hun areaal uitbreiden in wat sterkere mate
dan overeenkomt met de groei van de omzet. Een veel voorkoinend raotief
daarbij is: het uitbreiden van het assortiment met nieuwe artikelen.
Ook een verschuiving van de vraag in de richting van goedervn die
verkocht worden in zaken met lage vloerproductiviteit (zoals woning-
inrichting) heeft een verlagend effect op de vloerproduc t ivite i tOin de
gcdachte te bepalen gaan wij uit van een daling van 5%, ofwel
9.950, in de foodsector en 3.840,in de non—foodsector.
Tabel 5 - Behoefte aan bruto bedrijfsvloeroppervlakte voor detailhandel
1990
Branchegroep
Orazet
Orazet per
m2 bvo
Vereist
areaal b.v.o.
Variant I
Food
Non-food
Totaal
Variant 2
109,6
1 9.950,—
3.840,—
5.555,
5.540 ra2
14.190 m2
19.730 ni2
Food
Non-food
Totaal
51,4
50,8
102,2
9.950,—
3.840,—
5.555,
5.160 ra2
13.230 m2
18.390 tn2
In 1990 is derhalve ten behoeve van de detailhandel een areaal nodig
van maximaal 19.730 m2 bruto bedrijfsvloeroppervlakte.