2e afd.
29 oktober 1981 121 b
6E WIJZIGING UITKERINGSVERORDENING
De raad van de gemeente Heemstede;
gezien het voorstel van burgemeester en wethouders;
mede gezien de circulaire van het Centraal Bureau inzake gemeenschappe-
lijke behandeling van gemeentelijke personeelsaangelegenheden, d.d. 1 sep-
tember 1981, nr. 4851;
BESLUIT
A. de Uitkeringsverordening, vastgesteld bij zijn besluit van 29 april
1970, nr. 48, sedert gewijzigd, te wijzigen als volgt:
I. Artikel 2, 2e lid, wordt gelezen als volgt:
2. Onder diensttijd, bedoeld in lid 1, wordt mede verstaan de tijd
doorgebracht in de betrekking waaruit het ontslag, bedoeld in
artikel 1, is verleend, indien die tijd op grond van artikel B7
van de Algeinene burgerlijke pensioenwet geen diensttijd is in de
zin van evengenoemde wet.
II.Artikel 8 wordt-gelezen
1. Wanneer de belanghebbendebedoeld in artikel 4, lid 1, inkomsten
verkrijgt uit of in verband met arbeid, waaronder mede wordt ver-
staan een uitkering krachtens de Algemene Arbeidsongeschiktheids-
wet, of bedrijf, ter hand genomen op of na de dag waarop hem het
ontslag is verleend dan wel schriftelijk mededeling is gedaan van
het voornemen hem ontslag te verlenen, wordt op de in artikel 4
bedoelde uitkering een vermindering toegepast.
Deze vermindering bedraagt:
a. indien de inkomsten worden verkregen uit hoofde van een be-
trekking waarin belanghebbende ambtenaar in de zin van de Al-
gemene burgerlijke pensioenwet is of, ongeacht artikel B7 van
evengenoemde wet, zou zijn: het bedrag waarmede inkomsten en
uitkering samen de bezoldiging te boven gaan;
b. indien de inkomsten worden verkregen uit anderen hoofde:
het bedrag waarmede inkomsten en uitkering samen 110% van de
-4-