2e afd. 29 oktober 1981 121 b Daarbij doet hij voorzover mogelijk opgave van de inkomsten die hij uit dan wel in verband met die arbeid of dat bedrijf zal ver- krijgen; b. Toegevoegd wordt een 4e iid, luidende; 4. Het in de voorgaande leden bepaalde vindt overeenkomstige toe- passing ten aanzien van arbeid of bedrijf en de inkomsten daar- uit, bedoeid in artikel 8, leden 2 en 3. IV. De eerste volzin van artikel 10, lid 1, wordt gelezen: 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbendebe- doeld in artikel 4, lid 1, wordt aan de nagelaten echtgenoot een bedrag uitgekeerd gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artikel 3 vermeerderd met de kinderbijslag voor het eerste en tweede kind, welke de bel anghebbende op de dag van overlijderi genoot ingevolge de Algemene kinderbijslagwet - over een tijdvak van drie maanden. V. De eerste volzin van artikel 12, lid 1, wordt gelezen: 1. Zo spoedig mogelijk na het overlijden van de belanghebbende als be- doeld in artikel 11, iid 1 en 2, wordt aan de nagelaten echtgenoot een uitkering toegekend, gelijk aan de bezoldiging als bedoeld in artikel 3, berekend over het tijdvak van de dag van overlijden tot de laatste dag van de tweede maand voigende op die van het overlij- den. B. te bepalen, dat het onder A vermelde wordt geacht in werking te zijn ge- treden op 1 januari 1980. HEEMSTEDE, 29 oktober 1981. De raad voornoemd De seeretaris, De voorzitter -6-

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 208