4e afd. 29 oktober 1981 116 2. Burqemeester en wethouders kunnen hun beschikking éénmaal voor ten hoogste twee maanden verdagen. Van hun besluit tot verdaging doen zij vöör afloop van de in het eerste lid genoemde termijn schriftelijk me- dedeling aan de aanvrager. flrtikel 25. 1. Burgemeester en wethouders kunnen aan de vergunning voorschriften ver- 2. Burqemêester en wethouders kunnen, de vergunninghouder gehoord, de aan de vergunning verbonden voorschriften wijzigen, aanvulien of mtrekken, dan wel aan de vergunning alsnog voorschriften verbinden. Dit besluit is met redenen omkleed. 3. De vergunning wordt voor een bepaalde termijn verleend. flrtikel 26. 1. De vergunning wordt geweigerd indien vaststaat of met redenen is te vre- zer, dat het verlenen van een vergunning niöt in het belang îs van een doelmatige en mi 1 i euhygi ënisch verantwoorde verwi jdermg van huishoude- iijke afvalstoffen of grof huisvuil. 2. Een weigering ais bedoeld in het eerste lid îs met redenen omkieed. Artikel 27. De vergunning geldt zov/el voor degene op wiens naam zij is gesteld, als voor diens rechtverkrijgenden. Artikel 28. 1. De vergunning kan geheei cf gedeeltelijk worden ingetrokken: a indien ter verkrijging daarvan verstrekte gegevens zodanig onjuist of anders bliiken te zijn dat op de aanvraag een andere beslissing zou zijn genomenindien bij de behandeling daarvan de juiste gegevens bekend wa- ren geweest; b indien met de uitoefening van het beroep of bedrijf binnen een jaar na de datum var, afgifte van de vergunning geen begin îs gemaakt; cindien het beroep of bedrijf gedurende langer dan een jaar met is uit- geoefend; d indien het beroep of bedrijf niet wordt uitceoefend; e. indien de aan de vergunning verbondén voorschriften met m acht worden f indien op grond van een verandering van de omstandigheden of inzichten, opgetreden na het verlenen van de vergunning, moet worden aangenomen dat het van kracht blijven van de vergunning op onaanvaardbare wijze nnstnjd zou komen met de doelmatige of milieuhygiënisch verantwoorde verwnjdenng van huishoudeiijka afvalstoffen of grof huisvuil. 2 Een beschikking tot intrekking is met redenen omkleed. Zij wordt niet genomen dan nadat de houder van de_ vergunning in de gelegenheid is ge- steld zijn oordeel kenbaar te maken. Artikel 29. Het is de houder van een vergunning, verieend krachtens artikel 24, werbo- den te handelen in strijd met enig aan die vergunning verbonden voorschritt.

Krantenviewer Noord-Hollands Archief

Raadsnotulen Heemstede | 1981 | | pagina 20