4e afd. 29 oktober 1981 116
3. het overdragen van deze stoffen aan een ander.
Deze drie onderwerpen worden achtereenvolgens in deze titel behandeld
(hoofdstukken I t/m III).
Hoofdstuk I.
Het overdragen of het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke af-
valstoffen aan de inzameTdienst.
In de bepalingen van dit hoofdstuk is een regeling gegeven voor de in ar-
tikel 2, eerste lid, van de wet, eerst genoemde wijze van het zich ont-
doen van huishoudelijke afvalstoffen: het overdragen of het ter inzame-
ling aanbieden van de huishoudelijke afvalstoffen aan een daarbij aange-
wezen inzameldienst. Deze methode van het zich ontdoen van huishoudelijke
afvalstoffen kan als de meest voorkomende worden beschouwd, aldus de me-
morie van toelichting op de wet (blz. 38). In de memorie van toelichting
valt ook te lezen dat met de term "aanbieden" uiteraard gedoeld wordt op
het buiten klaar zetten van de afvalstoffen om door de inzameldienst te
worden meegenomen.
In paragraaf 1 van dit hoofdstuk worden regels gegeven over de dagen en
tijden voor het overdragen of het aanbieden van huishoudelijke afvalstof-
fen en grof huisvuil aan de inzameldienst.
Paragraaf 2 handelt over de wijze en de plaats waarop het overdragen of
het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen dient te geschieden.
De paragrafen 3 en 4 tenslotte geven een regeling voor het in bijzondere
gevallen zich ontdoen van huishoudelijke afvalstoffen aan de inzameldienst.
Ingevolge artikel 3, eerste lid, van de Afvalstoffenwet is de gemeente in
beginsel verplicht om er, al dan niet in samenwerking met andere gemeenten,
voor te zorgen dat tenminste éénmaal per week de huishoudelijke afvalstof-
fen worden ingezameld bij elk binnen haar grondgebied gelegen perceel waar
zodanige stoffen geregeld in een partikuliere huishouding kunnen ontstaan.
Voor de termijn van minimaal éénmaal per week is, volgens de memorie van
toelichting (blz. 39), gekozen op milieuhygiënische gronden.
Artikel 3 van de verordening bevat een uitwerking tegen de achtergrond van
artikel 3 van de wet. Burgemeester en wethouders stellen dagen en tijden
vast voor het overdragen of het aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen
aan de inzameldienst. Zij houden daarbij rekening met het bepaalde in ar-
tikel 3, eerste lid, van de Afvalstoffenwet.
In deze paragraaf is geregeld op welke wijze en plaats huishoudelijke af-
valstoffen aan de inzameldienst dienefl te worden overgedragen of aangebo-
den.
In artikel 4 is dit in algemene zin geregeld en in de volgende artikelen
is dit nader uitgewerkt.
Het in onze gemeente thans bij de normale inzameling gebruikelijke systeem
van rolemmers zal uiteraard als regel worden toegepast. Alleen in die ge-
vallen waarin het gebruik van een rolemmer redelijkerwijs niet tot de moge-
-14-
Pai'agraaf 1.
De dagen en ti.iden voor het overdragen of het aanbieden.
Pai'agvaaf 2.
De wijze en de plaats van het overdragen of het aanbieden.