116
Naast het veeg- en marktvuil en het bedrijfsafval worden in de memorie
van toelichting bij de Afvalstoffenwet tenslotte nog (als een eldersniet
onder te brengen categorie afvalstof) genoemd: oude autobanden.
De bepalingen van dit hoofdstuk berusten niet op artikel 2 van de Afval-
stoffenwet, doch zijn mogelijk op grond van de autonome bevoegdheid van
de gemeente tot het maken var, verordenende bepalingen.
In artikel 34 wordt een vergunningenstelsel geîntroduceerd voor particu-
lieren die andere categorieën van afvalstoffen willen inzamelen.
Titel VII.
Bepalingen ter bescherming van het milieu.
Artikel 35.
Dit artikel beoogt paal en perk te stellen aan het onderzoeken en verwij-
deren van ter inzameling aangeboden afvalstofferi voordat de werkers van de
dienst ter plaatse zijn. Het moet vanzelfsprekend wel mogelijk zijn dat in-
spekteurs en controleurs van de inzameldienst wel in de gelegenheid zijn om
zo nodig de inhoud van aangebroken zakken of emmers te onderzoeken. Artikel
35 biedt daartoe de mogelijkheid.
Artikel 36.
Dit artikel is zo geradigeerd dat naar de plaatselijke behoefte een verbod
kan worden ingesteld om bepaaide stoffen op of in de bcdem te brengen.
Met opzet is de term stoffen gebruikt en niet afvalstoffen omdat het immers
soms onduidelijk is of de stoffen waarom het gaat wel afvalstoffen zijn.
Voorbeelden van stoffen welke men onder een dergelijk verbod kan laten val-
len zijn:
- mest en gier;
- slib
- puin.
Uiteraard zal in een aar.tal gevallen het brengen van stoffen op of in de
bodem zodanig kunnen gebeuren dat een wettelijk regime zoals dat van de
Hinderwet toepasselijk wordt. Wanneer een algemene maatregel van bestuur
als bedoeld in artikel 24 van de Afvalstoffenwet van kracht zou worden,
wordt voor de in een dergelijke maatregel genoemde stoffen ook die wet van
toepassing. Het ontheffingsbeieid van het derde lid van artikel 36 zal aan
het gemeentebestuur een handvat bieden om redelijke handelingen met de ge-
noemde stoffen van milieu-onvriendelijke handelingen te onderscheiden
Bij het opbrengen van mest en gier op het land kan bijvoorbeeld een normale
bemesting worden toegestaan, terwijl duidelijke overbemesting niet wordt
gedoogd. Afhankelijk van de bodemgesteldheid en het gewas dat op de betrok-
ken percelen wordt geteeld, kan worden bepaald wat tot een "normaal" bemes-
tingsregime kan worden gerekend. Op analoge wijze kan het "rnisbruik" van
puin als grondstof voor terreinophoging aan banden worden gelegd.
Een algemeen verbod wordt gewenst geacht, uiteraard met de mogelijkheid
van ontheffing door burgemeester en wethouders ("negatieve lijst"). Hier-
mee wordt bereikt dat
- geen stoffen worden vergeten bij het opstellen van een lijst;
- wanneer zich nieuwe gevallen voordoen, deze automatisch onder het algeme-
ne verbod vallen, zonder dat dit artikel behoeft te worden gewijzigd.
-20-
4e afd.
29 oktober 1981
