4e afd. 29 oktober 1981 117
voortuin zal alsnog op de plankaart worden aangegeven.
3. J.A.M. Montanus.
Reclamant stelt in zijn bezwaarschrift dat de in het ontwerp-bestemmings-
plan voor de wijk ten westen van de Binnenweg opgenomen bestemming "ver-
blijfsgebied" niet in overeenstemming is met het door de raad op 29 ja-
nuari 1981 genomen besluit.
Het door reclamant bedoelde raadsbesluit heeft betrekking op de beschik-
baarstelling van een krediet voor de herinrichting van de wijk ten westen
van de Binnenweg. Daarbij isrovereenkomstig de wens van de meerderheid van I
de bewoners gekozen voor de uitvoering van plan 1A, dat voorziet in de in- 1
richting van alle wegen als woonerf.
Het opnemen van de bestemming woonerf, dan wel van een nadere aanwijzing
woonerf binnen de bestemming verblijfsgebiedstuit op zowel praktische als 1
juridische bezwaren. Een dergeiijke bestemming/aanwijzing kan misverstanden I
geven in verband met het begrip "woonerf" uit de verkeerswetgevingterwijl I
het voorts aanbeveling verdient niet méér in een bestemmingsplan te regelen
dan werkelijk noodzakelijk is, d.w.z. werkelijk planologisch relevant is.
In casu kan alleen de situering en de afmetingen van de verhardingen van
het verblijfsgebied en niet de nadere detaillering van inrichting en vorm-
geving van dat gebied als relevant worden aangemerkt.
Binnen de bestemming verblijfsgebiedzoals omschreven in artikel 19, is de
inrichtingsvorm woonerf mogelijk. In dit artikel wordt voorts bepaald dat
een plan tot inrichting of herinrichting in overleg met belanghebbenden
wordt voorbereid en uitgevoerd. Conform deze bepaling zal omtrent de ver-
dere detaillering van het inrichtingsplan nog overleg met de betrokken be-
woners worden gepleegd. Door genoemde regeling van de bestemming verblijfs-
gebied is in voldoende mate ingespeeld op de behoefte aan:
- flexibiliteit in de wijze waarop het bestemmingsplan de inrichting aan-
geeft i.v.m. het mee laten spreken van bewoners en gebruikers in de in-
richting van het openbare gebied;
- het scneppen van een formele waarborg dat (her)inrichting van het openba-
re gebied zoveel mogelijk in samenspraak met bewoners en gebruikers plaats-|
vindt.
dat op grond van het vorenstaande de bezwaren ongegrond moeten worden ver-
klaard, behalve voor wat betreft het opnemen op de plankaart van de erf-
-5-
